Home

LSD en de Religieuze Ervaring

Walter N. Pahnke

Portret Walter N. Pahnke

Walter Pahnke

Een verhandeling, voorgedragen tijdens een openbaar Symposium op de Wesleyan Universiteit, Connecticut, maart 1967.

Uit LSD, Man & Society Richard C. DeBold en Russell C. Leaf, redacteuren

©Wesleyan University Press, Middletown, Connecticut, 1967

Ontleend aan www.druglibrary.org/schaffer/lsd/pahnke3.htm



    De relatie tussen LSD en de religieuze ervaring is een zeer ingewikkeld onderwerp en behoeft een zorgvuldige analyse, om het leggen van een vaag en onkritisch verband te vermijden. Het zou misleidend zijn te veronderstellen dat die ervaringen vanzelfsprekend identiek zijn.
    LSD-achtige drugs zijn bekend onder allerlei namen. In het begin van de jaren vijftig werd algemeen gebruik gemaakt van de term psychotomimetisch, d.w.z. psychose-nabootsend; maar die nogal negatief-beladen term werd door sommigen gezien als te eng en beperkt om het grote scala aan ervaringen, waar verslag van was gedaan en die waargenomen waren, in onder te brengen. In 1957 stelde Dr. Humphry Osmond (Osmond, 1957) de term psychedelisch voor, d.w.z. geest-openend of geest-openbarend, om het hele scala te bestrijken van positieve en negatieve ervaringen, die hij had gezien tijdens zijn werkzaamheden met dergelijke drugs. De term die in dit artikel gebezigd wordt bij het verwijzen naar de in hun soort unieke LSD-achtige drugs, zal dus psychedelisch zijn.
    In deze bespreking zal eerst een overzicht gegeven worden van de verschillende soorten psychedelische ervaring met een speciaal onderzoek van het mystieke soort, en een mogelijke reden gegeven worden voor die verscheidenheid. Vervolgens zullen we wat bewijsmateriaal over het al dan niet bestaan van psychedelische mystieke ervaringen bekijken en bespreken of ze dan al dan niet als “religieus” beschouwd kunnen worden. Ook de LSD-kerkgenootschappen, die zijn voortgekomen uit de met LSD gepaard gaande evangelische bezieling, zullen onderzocht worden, samen met hun mogelijke invloed op individu en maatschappij. Tot slot zullen de komende vooruitzichten voor het onderzoek naar en gebruik van psychedelische drugs besproken worden.
    Psychedelische ervaringen kunnen onderverdeeld worden in vijf soorten: psychotische, psychodynamische, cognitieve, esthetische en psychedelische piek-  of mystieke ervaringen. Die zijn elders al beschreven (Pahnke en Richards, 1966), en daarom zal hier volstaan worden met een korte omschrijving.
    De psychotische ervaring wordt, door degene die het heeft meegemaakt, beschreven als zeer indringend, negatief, dysfoor en hels. Onder de kenmerkende elementen vallen angst, tot paniek toe, paranoïde wantrouwen, achterdocht- of grootheidswanen, toxische verwarring, afname van abstract redeneren, wroeging, somberheid, gevoel van isolement en/of lichamelijk onbehagen, die allemaal van enorme afmetingen kunnen zijn. Deze woorden kunnen misschien beter verduidelijkt worden door de volgende beschrijving, geschreven door een goed-voorbereide proefpersoon, die onder medisch toezicht LSD innam:

De tijd leek bevroren. Ik voelde me beroerd van binnen. Ik had het vertrouwen verloren in de arts en het oordeel van mijn eigen brein. Het vreselijke was dat ik gek aan het worden was en dat het normale deel van mijn brein wist dat dat te gebeuren stond. Ik was twee mensen in hetzelfde lichaam. De een, met het krankzinnige brein, trok de ander, met het gezonde brein, zijn kant op. Ik denk dat ik voor 95% krankzinnig was.
    Daarna werden de dingen nog verwarder en beangstigender. Het leek alsof ik drie breinen had, twee die krankzinnig waren en een volmaakt gezond. Met andere woorden, ik had het gevoel dat ik een zitplaats had op de voorste rij en naar mij zelf zat te kijken, eem krankzinnige.
    Gezichten zagen er vervormd uit, ogen hadden een wrede uitdrukking en leken dwars door mij en mijn gedachten heen te kunnen kijken. Het geringste geluid klonk honderdvoudig harder. Alles wat ik hoorde dreef me een levende hel in. In mijn ogen zag de dokter eruit als een duivel. Hij had me belazerd.
    Volgens mij was op dat moment niemand van ons goed bij zijn hoofd. Eigenlijk dacht ik dat iedereen onmenselijk was, dat ik op die manier mijn verdere leven door zou brengen en dat dit voor altijd zo zou blijven. Er bestond zelfs niet zoiets prachtigs als de dood, die mij—lichaam en geest—uit dit vreselijke en onnatuurlijke leven zou kunnen halen. (Unger, 1964).

  Dit verslag is een bijzonder goede beschrijving van het gevoel van veel mensen, dat er tijdens een LSD-sessie iets niet goed is gegaan en dat ze nooit meer hetzelfde zullen worden. Dergelijke gevoelens maken de paniek en wanhoop alleen maar erger. Adequate voorbereiding en deskundige bejegening zorgen echter voor een cruciaal verschil in het verloop van de meeste gevallen. In dit bijzondere geval werd de patiënt, door een uiterst beangstigend en onbehaaglijk gedeelte van zijn ervaring heen, geleid naar een zeer positief en nuttig hoogtepunt. Helaas is een dergelijke goede afloop in gevallen zonder toezicht volstrekt onzeker.
    De tweede soort ervaring is de psychodynamische, waarbij materiaal, dat voordien onbewust of voorbewust was geweest, levendig bewust wordt. We zien afreageren en catharsis bij het herleven van traumatische voorvallen uit het verleden of in het ervaren van symbolisch materiaal. Bij het gebruik van LSD in Europa wordt wat de psycholytische methode wordt genoemd toegepast, waarbij de nadruk wordt gelegd op het onthullen van psychodynamisch materiaal. Zonder twijfel speelt suggestie een rol, omdat het bij de patiënten van Freudiaanse therapeuten voorvallen oproept uit de psychoseksuele ontwikkelingsstadia, terwijl bij patiënten van Jungiaanse therapeuten vaak archetypische symbolen worden aangetroffen. Van wezenlijk belang bij deze methode is echter dat die gesteund en gestuurd wordt door een ervaren therapeut, zowel op het moment dat de patiënt de ervaring ondergaat als tussen de drugsessies in. Inmiddels is er een gedetailleerde beschrijving van de psycholitische methode gepubliceerd in de verslagen van een internationale LSD-conferentie in 1965 (Abramson, 1967).
    De derde soort ervaring, de cognitieve, wordt gekenmerkt door een verbazingwekkende helderheid van denken. Subjectief lijkt het brein in staat te zijn dingen vanuit een nieuw perspectief te zien en opeens, op vele niveaus of dimensies, onderlinge verbanden te kunnen onderscheiden. Dergelijke ervaringen treden doorgaans op tijdens het wegebben van de drugseffecten. Juist het voorkomen van dergelijke bewustzijnstoestanden zorgde ervoor dat mensen bedachten dat het onderzoek van creativiteit misschien geholpen zou kunnen worden door psychedelische drugs. Harman en zijn medewerkers (Harman, McKim, Mogar, Fadiman en Stolaroff, 1966) hebben al een vooronderzoek gepubliceerd, waarin zevenentwintig mannelijke proefpersonen, in een klein groepsgebeuren, een psychedelische sessie meemaakten met een geringe dosis van een psychedelicum. Iedere proefpersoon had een speciaal probleem dat hij niet kon oplossen en hoopte door middel van de psychedelische ervaring daarop een nieuwe kijk te krijgen. De omgeving was zo ingericht dat de verwachting zo groot mogelijk gemaakt werd en de sessies verliepen met zo min mogelijk onderbrekingen. De resultaten met betrekking tot daadwerkelijk opgeloste problemen waren veelbelovend (9 van de 44 problemen leverden een praktische oplossing op), maar niet overtuigend vanwege het ontbreken van een controlegroep. Dat is zonder twijfel een terrein dat nader onderzoek verdient.
    De vierde soort ervaring is de esthetische. Misschien is het de vermelde toename van alle zintuiglijke modaliteiten, waardoor sommige mensen ertoe gezet worden om LSD in te nemen voor de “kick.” Deze verslagen overdrijven niet. Er komen fascinerende veranderingen van gevoel en waarneming voor: synesthesie waarbij geluiden “gezien” kunnen worden; voorwerpen zoals bloemen of stenen die lijken te pulseren en “levend” worden; gewone dingen die vervuld lijken met grote pracht; muziek die een ongelofelijke emotionele kracht krijgt; en visioenen van prachtige kleuren, ingewikkelde geometrische patronen, bouwkundige vormen, landschappen of eigenlijk alles wat maar denkbaar is.
    Om de vijfde soort ervaring draait het allemaal in deze voordracht en die wordt aangeduid met verschillende namen: psychedelische, piek-, transcendentale of mystieke ervaring. Ten behoeve van deze bespreking zullen we daarnaar verwijzen als de psychedelische mystieke of mystieke psychedelische ervaring. De psychologische kenmerken ervan zijn elders beschreven (Pahnke, in een niet-gepubliceerd proefschrift) en zullen hier alleen maar kort samengevat worden.
    De kenmerken, negen in getal, zijn ontleend aan een onderzoek van de literatuur over spontane mystieke ervaringen, waarvan in de hele wereldgeschiedenis in bijna alle culturen en religies gewag is gemaakt. Bij het onderzoek van de verslagen van deze merkwaardige en ongewone ervaring, is geprobeerd daaruit de universele psychologische kenmerken te destilleren, zo min mogelijk vervuild door interpretatie. Wetenschappelijk bewijsmateriaal geeft aan dat de universele kenmerken, die ontleend zijn aan spontane mystieke ervaringen, ook een precieze beschrijving geven van de psychedelische ervaringen. De negen kenmerken kunnen als volgt ingedeeld worden:

  1. Eenheid is een gevoel van kosmische eenheid, bereikt door middel van een positief overstijgen van het ego. Hoewel het gebruikelijke identiteitsgevoel of ego verdwijnt, gaan bewustzijn en geheugen niet verloren; de betrokkene wordt er zich juist heel bewust van dat hij deel uitmaakt van een dimensie die veel uitgebreider en groter is dan hij zelf. Naast de weg naar de “binnenwereld” waar alle zintuiglijke indrukken van buitenaf achtergelaten worden, kan de eenheid ook ervaren worden door middel van de buitenwereld, zodat iemand kan vertellen dat hij het gevoel heeft dat hij deel uitmaakt van alles wat er is (d.w.z., voorwerpen, andere mensen, de natuur of het universum), of eenvoudiger gezegd, dat “alles één is.”
  2. Het overstijgen van ruimte en tijd betekent dat de proefpersoon het gevoel heeft dat hij zich voorbij verleden, heden en toekomst bevindt en voorbij de gewone driedimensionale ruimte, in een gebied van eeuwigheid of oneindigheid.
  3. Een intens gevoelde positieve gemoedstoestand, die de elementen bevat van vreugde, gelukzaligheid, vrede en liefde tot een overweldigende intensiteit, vaak gepaard met tranen.
  4. Een gevoel van heiligheid, een niet-rationele, intuïtieve, doen verstommende en huiverende reactie van ontzag en verwondering in de aanwezigheid van bezielende werkelijkheden. De belangrijkste elementen zijn ontzag, nederigheid en eerbied, maar het is niet perse nodig bij de beschrijving gebruik te maken van de terminologie van de traditionele theologie.
  5. Het noëtische (vanuit een ethische geest, van νους en εθικος) vermogen, zoals William James dat noemde, is een gevoel van inzicht of verlichting, dat ervaren wordt op een intuïtief en niet-rationeel niveau en een enorme zekerheids- en werkelijkheidskracht bezit. Deze kennis is niet een toename van feiten, maar een groei van inzicht over zaken als levensfilosofie of een gevoel voor waarden.
  6. Paradoxicaliteit verwijst naar de logische tegenstrijdigheden die aan het licht treden als de beschrijvingen strikt geanalyseerd worden. Iemand kan zich bijvoorbeeld realiseren dat hij het “identiek zijn van tegengestelden” ervaart, dat op dat moment en zelfs achteraf toch zinnig lijkt.
  7. De zogenaamde onuitsprekelijkheid, wat betekent dat het gevoel bestaat dat de ervaring boven woorden uitstijgt, niet-verbaal en onmogelijk te beschrijven is, terwijl de meeste mensen die de onuitsprekelijkheid benadrukken in feite toch pogingen doen de ervaring over te dragen.
  8. Vluchtigheid betekent dat de psychedelische piek in haar volle intensiteit niet aanhoudt, maar in plaats daarvan overgaat in nagloeien en als een herinnering aanwezig blijft.
  9. Blijvende positieve veranderingen in instelling en gedrag komen tot uiting ten opzichte van de persoon zelf, de anderen, het leven en de ervaring zelf.

  De redenen voor de grote verscheidenheid aan psychedelische ervaringen (hier onder de vijf soorten beschreven) hebben een fascinerend probleem opgeleverd voor het onderzoek en tegenwoordig wordt over het algemeen aangenomen dat ze veroorzaakt worden door de dosering en van de drug onafhankelijke variabelen, nl. omstandigheden en omgeving. Vanzelfsprekend gaat het bij de meeste sessies niet gewoon om één soort ervaring. In feite is het niet ongewoon dat alle vijf soorten aanwezig zijn tijdens een en dezelfde psychedelische ervaring, zij het in wisselende mate.
    De dosering lijkt een doorslaggevende variabele te zijn. Elk individu heeft zijn eigen maximumdosering en mate van reactie op elke drug, maar daar kunnen geen absolute cijfers over gegeven worden. Bij de lage doseringen, —voor de meeste mensen minder dan 200 mcg LSD, — is het zeer waarschijnlijk dat er een esthetische, cognitieve en psychodynamische ervaring optreedt. Ergens tussen de 200 mcg en 400 mcg LSD blijkt er een kritisch niveau te bestaan, bij overschrijding waarvan er een mystieke ervaring mogelijk wordt, vergelijkbaar met de minimumaandrijfkracht die nodig is om een raket in een baan om de aarde te brengen. Psychotische ervaringen zijn bij elke dosering mogelijk, maar zijn veel waarschijnlijker bij hogere doseringen.
    De aanwezigheid van de drug in een bepaalde dosering is een noodzakelijke maar ontoereikende voorwaarde, omdat de van de drug onafhankelijke variabelen, omstandigheden en omgeving, een cruciale rol spelen in het bepalen van de soort van reactie op de drug. Psychische omstandigheden worden hier gedefinieerd als factoren binnen de proefpersoon, zoals persoonlijkheid, levensgeschiedenis, verwachtingen, voorbereiding, gemoedstoestand voorafgaand aan de sessie en misschien het allerbelangrijkste, het vermogen om te vertrouwen, van laten gaan, van openstaan voor wat er ook maar kan gebeuren. De omgeving wordt hier gedefinieerd als de factoren buiten het individu, zoals de materiële omgeving waarin de drug wordt ingenomen, de psychologische en emotionele sfeer waaraan de proefpersoon wordt blootgesteld, hoe hij bejegend wordt door de mensen om zich heen en wat de begeleider van de drugsreactie verwacht. Iemand die een psychedelische drug heeft ingenomen lijkt veel gevoeliger te zijn voor non-verbale signalen, misschien vanwege een grotere beïnvloedbaarheid, maar de precieze rol van die beïnvloedbaarheid is een probleem dat nader onderzocht moet worden.
    Het lijkt duidelijk dat de drug slechts een trigger is, een katalysator of hulpmiddel. Het soort psychedelische ervaring is grotendeels afhankelijk van, van de drug losstaande, variabelen. Bovendien is bij de huidige kennis van zaken het precieze verloop onmogelijk met zekerheid te voorspellen. Psychotische reacties zijn het eenvoudigst teweeg te brengen; mystieke ervaringen het moeilijkst, zelfs onder optimale omstandigheden, en komen zeker niet vanzelf. Er moet nog veel meer ontdekt worden.
    We gaan nu over naar het onderzoeken van het bewijsmateriaal over het daadwerkelijk optreden van psychedelische mystieke ervaringen. De meeste onderzoekers die gewerkt hebben met LSD, in een therapeutische of ondersteunende omgeving, hebben het optreden vermeld van mystieke ervaringen in een wisselende frequentie. Sommige werkers, met name de meeste Europese psycholytische therapeuten, hebben niet veel belangstelling getoond voor dergelijke ervaringen en hebben daadwerkelijk geprobeerd het optreden ervan, als een ongewenst verzetje, te ontmoedigen. Bij die omstandigheden en omgeving is het optreden veel minder frequent, maar zelfs dan worden deze ervaringen toch nog vermeld. In het verloop van de tijd hebben sommige Europese psychiaters, die kennis genomen hadden van wat er in Canada en de Verenigde Staten gaande was, daar meer belangstelling voor gekregen (Arendsen-Hein, 1967; Johnsen, 1967).
    Dr. Arnold Ludwig, van het Mendota State Hospital in Madison, Wisconsin, heeft, zoals hij mij persoonlijk verteld heeft, doelbewust zijn LSD-sessies zodanig opgezet, dat ze gericht waren op psychodynamische punten en heeft daarbij mystieke ervaringen beslist niet ontmoedigd. Het is zeer interessant dat dit soort ervaring zich toch heeft voorgedaan bij sommige patiënten, die daarna vaak de ziekenhuispastor opzochten om met hem over religieuze zaken te spreken.
    Houston en Masters (Masters en Houston, 1966) brengen verslag uit over 206 proefpersonen met wie zij gewerkt hadden, van wie echter van nauwelijks meer dan 3% gezegd kon worden dat ze een echte mystieke ervaring hadden gehad. Dergelijke getallen moet zorgvuldig geïnterpreteerd worden, tenzij er een zorgvuldige definitie is opgesteld en een soort methode om de ervaring te meten.
    Er is een vragenlijst ontwikkeld, gebaseerd op de negen kenmerken van de mystieke ervaring, zoals hierboven geschetst is (Pahnke, in een niet-gepubliceerd proefschrift). Voor iedere proefpersoon kan het percentage bepaald worden van de maximaal haalbare score voor elke categorie. Er zijn verschillende graden van volledigheid mogelijk, maar om als mystieke ervaring te gelden werd besloten dat zowel de totaalscore als de score in elke afzonderlijke categorie minstens 60 – 70% moest bedragen. Van deze vragenlijst is gebruik gemaakt in twee door mij geleide onderzoeken.
    Het eerste vond plaats op Goede Vrijdag in 1962, en was bedoeld om de hypothese te toetsen dat personen aan wie psilocybine werd toegediend een ervaring zouden hebben die gelijksoortig was aan de ervaring waar spontane mystici gewag van maken. Twintig theologiestudenten met een relatief overeenkomstige religieuze en socio-economische achtergrond, werden na een medisch en psychiatrisch onderzoek zorgvuldig voorbereid in groepjes van vier, met twee begeleiders per groep. Alle dertig deelnemers luisterden via luidsprekers naar een beschouwende Goede Vrijdag-dienst in een eigen kapel in kelder van de universiteit, terwijl de eigenlijke dienst plaatsvond in de kerk daarboven. Het experiment was zo opgezet dat de helft van de proefpersonen 30 mg psilocybine kreeg en de rest, die de controlegroep werd, een placebo kreeg van 200 mg nicotinezuur, dat geen psychische werking heeft, maar alleen een warmtegevoel en tinteling van de huid geeft. Van onze voorbereiding wisten alle proefpersonen dat psilocybine veranderingen in het autonome zenuwstelsel teweegbrengt. De mensen die nicotinezuur kregen dachten dat ze psilocybine gekregen hadden, en zodoende werd de suggestie voor de controlegroep gemaximaliseerd. De drugs werden dubbelblind verstrekt, zodat noch de begeleider, noch de deelnemers precies wisten wat er in de capsule zat. De gegevens werden verzameld door middel van bandrecorders, geschreven verslagen, de mystieke-ervaring-vragenlijsten en een persoonlijk interview. Nadat alle gegevens waren geanalyseerd, bleek dat de scores van psilocybine in alle categorieën statistisch significant hoger waren dan die van de controlepersonen. Wat betreft de mate van volledigheid, bereikten slechts drie of vier van de tien psilocybine-proefpersonen een mate van 60 – 70% volledigheid, terwijl niemand van de controlegroep dat bereikte.
    De tweede reeks experimenten werd in 1965 en 1966 uitgevoerd in het Massachusetts Mental Health Center, waarvan een verslag op dit moment uitgewerkt wordt. Er werden veertig zorgvuldig gescreende normale vrijwilligers uitgekozen. De meeste proefpersonen waren boven de dertig en bekleedden als deskundigen belangrijke posities in de gemeenschap. De sensationele publiciteit over LSD in de populaire pers maakte onze werving moeilijker. Wij wezen meer dan 50% van onze vrijwilligers af, op grond van hun medische psychiatrische geschiedenis, lichamelijk onderzoek, psychologische testen en psychiatrisch interviews. Na drie uur voorbereiding werd aan vier proefpersonen tegelijk psilocybine toegediend in een zorgvuldig ingericht vertrek met snijbloemen, afbeeldingen van landschappen, kaarslicht en een plek voor iedere proefpersoon om uit te rusten en zich te ontspannen. Tijdens een zes uur durend programma met klassieke muziek werd stilte in acht genomen. De omgeving was steunend en er waren tijdens de sessie geen onderbrekingen waarin testen werden uitgevoerd. Wij moedigden de proefpersonen aan om zich te ontspannen en door de muziek weg te laten drijven. Op dit moment zijn nog niet alle gegevens geanalyseerd en het enige wat gerapporteerd kan worden zijn wat voorlopige indrukken. Op de eerste plaats leek de procedure veilig voor zorgvuldig gescreende normale mensen. Niemand liep lichamelijke of geestelijke schade op, zelfs niet na een follow-up van een jaar. Op de tweede plaats had 20 – 40% van de proefpersonen een mystieke ervaring, afhankelijk van het gewenste niveau van volledigheid. Op de derde plaats vertelde 95% van de proefpersonen dat ze de drug graag nog een keer wilden innemen, misschien ergens in de toekomst, maar er waren er niet veel die het meteen weer wilden doen. Omdat ze zo’n indrukwekkende ervaring hadden meegemaakt, gaven ze uiting aan de wens de tijd te willen nemen om wat ze hadden geleerd te verwerken.
    Vergeleken met de 3% aan mystieke ervaringen die door Houston en Masters vermeld is, en de 20 – 40% van onze twee onderzoeken, had ongeveer 75% van meer dan 100 patiënten van het alcoholisme-project in het Spring Grove State Hospital in Baltimore, een indringende mystieke ervaring tijdens hun eerste sessie met LSD. Let wel dat al die patiënten, vóór deze sessie, tussen de twaalf en twintig uur individuele therapie hadden gehad. Voor onze sessies hadden we maar drie uur voorbereiding en de sessie werd gehouden in groepen van vier. Individuele begeleiding lijkt te helpen om iemand tot een positieve ervaring te brengen. In het Spring Grove Hospital is alles gedaan om optimale voorwaarden te verschaffen (Kurland, Unger, Shaffer en Savage, 1967). Een belangrijke overweging is of dergelijke mystieke ervaringen al dan niet religieus zijn. De religieuze ervaring gewoon gelijkstellen aan de mystieke houdt geen rekening met de vele definities van religie. Religies verschillen van elkaar in het benadrukken van mystiek, hoewel er een neiging bestaat om van het mystieke element het belangrijkste kenmerk van de religie te maken, vooral onder godsdienstpsychologen die belangstelling hebben gehad voor de dramatische verschijnselen van de mystieke ervaring. William James gaf deze houding weer door zijn voorkeur voor een religie die het karakter van een “acute koortsaanval” heeft, in plaats van een “saaie gewoonte.” Niet elke religieuze ervaring is noodzakelijkerwijs mystiek in de betekenis van onze definitie van de mystieke ervaring, zoals die later nog wordt gegeven. Pratt verdeelt de religie in vier soorten of aspecten, waarvan de mystieke er slechts een is, en de andere drie de traditionele, de rationele en de praktische of morele (Pratt, 1921). Zelfs als het emotioneel volstrekt zinvol is, kan deelnemen aan een bepaalde religie door de religieuze wetten na te leven, verstandelijk te geloven in een bepaalde geloofsbelijdenis, theologie, institutioneel lidmaatschap en het bijwonen van erediensten en rituelen, misschien niet uitlopen op of het product zijn van de mystieke ervaring.
    Anderzijds is niet elke mystieke ervaring noodzakelijkerwijs religieus. Ook hier hangt het erg af van de manier waarop iemand religie wil definiëren. Als het begrip van een “persoonlijke God” tot middelpunt gemaakt wordt van de definitie van religie, zouden veel vormen van mystieke ervaring niet als religieus beschouwd kunnen worden. De verschijnselen van de mystieke ervaring kunnen optreden buiten het kader van elke formele religie, los van een uitgesproken theologie.
   Door de definitie van religie te verruimen wordt het probleem omzeild of alleen maar aangeduid, in plaats van opgelost, zodat elke ervaring die volgens onze criteria als mystiek gekwalificeerd zou worden, ingesloten wordt. Tillich is bijvoorbeeld van mening dat een ervaring religieus is, als die een ultieme betekenis, structuur en richting geeft aan de menselijke ervaring, of als iemand “ultiem” betrokken is (Tillich, 1951). Misschien is de definitie die Huston Smith gaf in een niet-gepubliceerde voordracht, beter. Hij heeft de ervaring, die bij de betrokkene vanuit de kern van zijn bestaan een geconcentreerde reactie uitlokt, als religieus gedefinieerd. Aangezien zijn bestaan gevoelens, gedachten en wil omvat, lokt een religieuze ervaring bij de betrokkene een drievoudige tendens uit—een tendens van emoties naar ontzag, van ratio naar geloof en van wil naar gehoorzaamheid. Hier komen we terug bij het belangrijke negende kenmerk van de mystieke ervaring. Welke veranderingen vinden plaats in het leven van de betrokkene? Wat doet hij daarmee met betrekking tot religieuze regels? Als we Smiths definitie van de religieuze ervaring aanvaarden en die vergelijken met de negen kenmerken, kunnen we misschien zeggen dat in een dergelijke psychologische definitie van de mystieke ervaring iets religieus schuilt. Of een mystieke ervaring al dan niet religieus is, hangt af van iemands definitie van religie.
    In plaats van dat punt uit te werken, kunnen de volgende voorbeelden van feitelijke experimentele mystieke ervaringen de lezer misschien helpen zelf uit te maken of dergelijke ervaringen aansluiten bij zijn eigen definitie van religie. Het eerste is de ervaring van een christelijke theologiestudent, die een bestanddeel van de psilocybinegroep innam, tijdens een zorgvuldig gecontroleerd experiment dat uitgevoerd werd door een Duits onderzoeksinstituut, onder toezicht van een onderzoeker die geen bijzondere belangstelling had voor mystieke ervaringen.

Ik aarzel een poging te wagen om een samenvatting te geven van mijn drugservaring, omdat ik mij scherp bewust ben dat taalkundige symbolen ontoereikend zijn, om de dynamiek van het ‘mystieke’ bewustzijn te omvatten of zelfs maar nauwkeurig weer te geven. Met de woorden van de Russische dichter Tyutchev, had ik het gevoel dat ‘Elke uitgesproken gedachte een leugen is.’ Alles wat ik ervaren heb verdichten tot woorden zou dat vervormen, en eindig en onzuiver maken. Omdat ik de volledige onuitspreekbaarheid van mijn ervaring erken, zal ik niet proberen het dichterlijk op te schrijven—hoewel dat in de grond van de zaak misschien wel de enig mogelijke manier is om het in woorden uit te drukken—mijn bedoeling is alleen maar het overbrengen van een gevoel van frustratie en zinloosheid, waarmee ik dit verslag begin.
   Op dit moment, vier dagen na de ervaring, heb ik nog steeds een gevoel van diep ontzag en eerbied, terwijl ik tegelijkertijd dronken ben van een extatische vreugde. Dit eufore gevoel….bevat elementen van diepe vrede en zekerheid, die als een bron opwellen vanuit de diepten van mijn bestaan, die vóór de drugservaring zelden, misschien wel nooit is aangeboord. Het krampachtige karakter van mijn gebedsleven is verdwenen en ik heb mij overgegeven aan de behoefte om elke dag enige tijd door te brengen met mediteren dat, hoewel het in wezen onbevangen en woordeloos is, doordrenkt is met gevoelens van dankbaarheid en vertrouwen. Deze toegenomen behoefte om alleen te zijn wordt in evenwicht gehouden door wat volgens mij een grotere gevoeligheid is voor de echte problemen van anderen en een overeenkomstige bereidheid oprechte vriendschappen aan te gaan. Ik beschik nu over een hernieuwd gevoel van opgenomen zijn in het geheel en ben meer tevreden met gewoon “mezelf te zijn” dan voorheen.
    ... Vrij snel nadat ik de drug had gekregen, oversteeg ik mijn gewone bewustzijnsniveau en werd me bewust van fantastische dimensies van mijn bestaan, die allemaal een intens gevoel van werkelijkheid hadden.
    ... Het zou misschien juister zijn te zeggen dat ik mij ‘in’ die zijnsdimensies bevond, omdat ik niet alleen mijn ego overstegen had, maar ook de tweespalt tussen subject en object.
   Het is zinnig te zeggen dat ik ophield te bestaan en ondergedompeld werd in de grond van het Zijn, in Brahma, in God, in het ‘Niets,’ in de Ultieme Werkelijkheid of een soortgelijke religieus symbool voor Eenheid….
    De gevoelens die ik ervoer zouden het best omschreven kunnen worden als enerzijds kosmische tederheid, eindeloze liefde, indringende vrede, eeuwige gelukzaligheid en onvoorwaardelijke aanvaarding en anderzijds als onuitsprekelijk ontzag, overstromende vreugde, oorspronkelijke nederigheid, onbeschrijfelijke dankbaarheid en grenzeloze toewijding. Toch zijn al die woorden hopeloos ontoereikend en kunnen niet meer dan deemoedig verwijzen naar de daadwerkelijk ervaren echte en onuitsprekelijke gevoelens.
    Het is zelfs misleidend de woorden ‘ik ervoer’ te gebruiken omdat er, tijdens het hoogtepunt van de ervaring (dat minstens een uur moet hebben geduurd), geen scheiding tussen mijzelf en wat ik ervoer was. Ik was juist die gevoelens, of was daar niet langer in en voelde geen verlies toen dat ophield. Dat was vooral duidelijk toen, nadat ik het mystieke hoogtepunt bereikt had, een opname van Bachs Fuga in G mineur gespeeld werd. Op dat moment leek het alsof ik niet M.R. was die naar een opname luisterde, maar op een paradoxale manier de muziek zelf was. Met name tijdens een hoogtepunt in de Fantasia, werd de ‘liefde’ die ik ervoer zo overweldigend dat die bijna ondraaglijk of zelfs pijnlijk werd. De tranen die ik op dat moment vergoot waren geenszins van angst, maar van onbedwingbare vreugde.
    ... Tijdens het hoogtepunt van de ervaring had ik geen besef van ruimte of tijd in de gewone betekenis. Ik had het gevoel alsof ik voorbij seconden, minuten, uren en ook voorbij verleden, heden en toekomst was. In religieuze bewoordingen: ik was in de ‘eeuwigheid.’
    ... Ik moet beamen dat ik, zelfs met mijn kennis van de mystieke literatuur van zowel Oost als West, samen met de intense waardering voor natuurlijke en artistieke schoonheid die ik altijd heb gehad, weet dat ik die ervaring nooit had kunnen begrijpen, als ik die niet zelf doorleefd had. De dimensies van het bestaan die ik binnenging overtroffen de wildste fantasieën van mijn verbeelding en lieten mij, zoals ik al heb gezegd, achter met een intens gevoel van ontzag….Ik heb op geen enkele manier de behoefte om filosofische of theologische dogma’s te formuleren over mijn ervaring. Alleen mijn stilzwijgen kan daar de zuiverheid en echtheid van bewaren.

  Daar zou tegen ingebracht kunnen worden dat het vanzelfsprekend is dat een theologiestudent een dergelijke ervaring heeft, omdat hij vertrouwd is met mystiek en religieus taalgebruik. Bij het Goede Vrijdag-experiment hadden de controlepersonen, die te maken hadden met dezelfde mate van suggestie, geen mystieke ervaring. Ook de paar volgende voorbeelden zijn geschreven door in het ziekenhuis opgenomen chronische alcoholisten, die een behandeling met LSD kregen en niet een soortgelijke belangstelling hadden voor religie en mystiek. De verslagen zijn misschien zelfs nog levendiger omdat ze zo eenvoudig en onverbloemd zijn. Wat volgt zijn passages uit verslagen van vier verschillende patiënten (Unger, 1965).

Ik merkte dat ik een andere wereld indreef en zag dat ik mij aan de voet van een paar trappen bevond. Helemaal bovenaan die trappen was een stralend licht als een ster of juweel met een uitzonderlijke schittering. Ik besteeg die trappen en toen ik de top bereikte zag ik een stralend, verblindend licht met een schittering als niemand ooit eerder heeft gezien. Het was geen gedaante en had ook geen vorm, maar ik wist dat ik naar God zelf keek. De pracht, schoonheid en grootsheid van die ervaring kan niet in woorden uitgedrukt worden. Dat kan ook niet met mijn diepste gevoelens, maar het zal altijd in mijn hart, ziel en geest aanwezig blijven. Ik heb mij nog nooit zo schoon van binnen gevoeld. Alle troep en afval leek uit mijn hoofd weggewassen te zijn. In mijn hart, geest, ziel en lichaam leek het alsof ik helemaal wedergeboren was.

Er leek een gevoel van grote vrede en tevredenheid door mijn hele lichaam te vloeien. Alle geluiden staakten en het leek alsof ik ronddreef in een grote, heel, heel stille leegte of hemelbol. Het was onmogelijk het overweldigende gevoel te beschrijven van die vrede en tevredenheid en deel uit te maken van de goedheid zelve, die ik voelde. Ik kon voelen dat mijn lichaam oploste en in feite een deel werd van de goedheid en vrede die overal om mij heen was. Woorden kunnen dit niet beschrijven. Ik voel ontzag en verwondering over het feit dat mij zo’n gevoel ten deel kon vallen.

Op de top of het hoogtepunt van mijn ervaring realiseerde ik me dat zich een groot schouwspel ging ontvouwen binnenin mijzelf. Ik schokte en huiverde echt bij wat ik voelde. Een gevoel als van een enorme aardbeving zwol in me aan. Er was sprake van een reusachtige kracht en ik kwam naderbij en zag hoe zich een schitterende en prachtige ruimte voor mij ontvouwde, met licht, kleur en gezang en muziek, en niet alleen maar goed en prachtig, maar met een eenheid in broederschap, een hunkering om te behoren bij deze grootse schoonheid en goedheid, die zich voor mijn ogen ontvouwde en dat voelde ik.

Plotseling kon ik mijn gezin zien dat mij met grote liefde bejegende. Het leek uit hun hart te stromen. Ik huilde, geen bittere tranen, maar tranen van schoonheid en vreugde. Op de achtergrond speelde een prachtig orgel en het leek alsof er engelen zongen. Plotseling was ik terug in de eeuwigheid. Er was muziek en schoonheid. Vrede en geluk, rust—kon onmogelijk mijn gevoelens beschrijven. Mijn hart was vervuld met een overweldigende vreugde. Gewoon schoonheid en vrede, zoals ik nooit had gekend. Op dat moment had ik het gevoel dat de tijd duizend jaar geleden was, duizenden jaren vanaf nu en toch nu.

  De diepgaande emotionele invloed die deze ervaringen hebben op mensen is duidelijk merkbaar. Daaruit volgt de veelbelovende mogelijkheid dat dergelijke positieve ervaringen een therapeutische waarde hebben. Een ander gevolg is dat een dergelijk instrument bruikbaar kan zijn voor het onderzoek van indringende mystieke ervaringen, die tot nu toe vanwege hun zeldzaamheid moeilijk wetenschappelijk te onderzoeken waren.
    De basale psychische ervaring valt buiten elk bekend kader, maar leent zich achteraf wel voor allerlei mogelijke interpretaties, omdat het rationele brein onvermijdelijke aan het werk gaat en het probeert te begrijpen. Het mystieke ervaren van eenheid of samensmelten met de daarmee samenhangende kenmerken, is op vele manieren geïnterpreteerd: verdwijnen of oplossen in de universele zee, het grenzeloze bestaan, de leegte, satori, nirvana, samadhi, de Atman-Brahma-persoonlijkheid; het besef van een “Voorbij,” “Meer” of het zuivere “Zelf;” of het eenworden met God. Ondanks de specifieke interpretatie blijft de psychische ervaring toch de basis.
    Dit ervaren van de ontmoeting met wat gevoeld wordt als een goddelijke dimensie diep in het individu, is niet nieuw. Er is doorlopende melding van gemaakt in de eeuwenlange geschiedenis van de spirituele zoektocht van de mens. Niet vergeten moet worden dat er psychotische geestestoestanden voorkomen waarbij mensen ook in religieuze metaforen spreken, zoals God ontmoeten of God zijn. De overeenkomsten en verschillen tussen de psychose en mystiek vormen een interessant terrein, dat veel meer serieus onderzoek en analyse behoeft, want de antwoorden zijn tot nu toe allesbehalve uitgezocht.
    Een bezwaar dat soms aangevoerd wordt tegen het mystiek of religieus noemen van deze door drugs teweeggebrachte ervaringen, is dat het verwerkelijken van iets dat doorgaans zo zeldzaam en onbereikbaar is, behalve door buitengewone inspanningen of grote verdienste, op die manier te gemakkelijk lijkt. Wat lijkt op een kortere weg nemen, veroorzaakt een gevoel van onbehagen. Misschien is de puriteinse ethiek, die in onze cultuur zo algemeen verbreid is, daarvan de psychologische verklaring. Aangenomen wordt dat plezier verdiend moet worden door hard werken en moeizaam geploeter.
    Er zijn echter aanwijzingen dat het misschien belangrijker is wat iemand doet met een psychedelische ervaring dan dat hij er gewoon een heeft. Zonder dat het geïntegreerd wordt in het dagelijkse leven van het individu, kan de ervaring, hoe prachtig ook, alleen maar een onbeduidende herinnering betekenen. Er is nog veel werk nodig om de door LSD verworven inzichten te integreren, willen ze gebruikt kunnen worden als een onderdeel van de psychotherapie. Het is vergelijkbaar met een reis naar een onbekend land. Als de reiziger niets afweet van de geschiedenis en cultuur van dat land, kan hij wel een interessante reis hebben, maar dan blijft er slechts een snelvervagende herinnering over. Als hij anderzijds vóór zijn vertrek zoveel mogelijk probeert te weten te komen over het land, zijn taal en gewoonten, met mensen praat die er al eerder geweest zijn en zich zodoende grondig voorbereidt, zal hij waarschijnlijk niet alleen meer plezier beleven aan de ervaring, maar kan hij dat gebruiken om achteraf zijn leven te verrijken door er over na te denken, te lezen en met anderen te praten, die van een dergelijke ervaring al een geïntegreerd deel van hun leven hebben gemaakt.
    Op dit moment is er sprake van toenemende opwinding en onrust, veroorzaakt door de religieuze beweging die geïnspireerd is door psychedelische drugs. Er zijn inmiddels al vier belangrijke psychedelische kerkgenootschappen, opgericht door mensen die ervan overtuigd zijn dat hun psychedelische ervaringen religieuze consequenties hebben. Deze vier kerken zijn de League for Spiritual Discovery, de Neo-American Church, de Native American Church en de Church of the Awakening.
    De League for Spiritual Discovery, of L.S.D., is de meest recente, opgericht door Timothy Leary, die beweert al drie- tot vijfhonderd leden te hebben. De psychedelische erediensten die plaatsgevonden hebben in een aantal belangrijke steden door het hele land, hebben veel publiciteit gekregen. Met deze “lichtshows” hebben ze geprobeerd een aantal psychedelische verschijnselen weer te geven, maar mensen die echt een LSD-ervaring hebben gehad lijken het er met elkaar eens te zijn dat het maar een ruwe kopie was. Leary heeft deze gelegenheden aangegrepen om psychedelische preken af te steken over zijn kerk. De kernboodschap wordt samengevat als “Turn on, tune in and drop out.” In wezen is het een oproep tot het zich onttrekken, niet van alles, niet van het sociale leven en niet zonder dat er iets anders voor in de plaats komt. Dat onttrekken geldt voor de zinloze spelletjes waarin we betrokken zijn, zodat een volledige toewijding aan de spirituele verkenningtocht mogelijk wordt, wat volgens Leary de belangrijkste zin van het leven is. Er wordt ook een poging gedaan kritiek uit te oefenen op de huidige Amerikaanse cultuur.
    De Neo-American Church werd in 1964 opgericht door Arthur Kleps, een psycholoog, die zichzelf Opperhoofd Boo-Hoo noemde, de Patriarch van het Oosten. Kleps beweerde dat de bedoeling van die titel was hem eraan te herinneren dat hij zichzelf niet al te serieus moest nemen. Naar verluidt bedraagt het ledenaantal meer dan zeshonderd. LSD is hun sacrament en een van hun belangrijkste geloofsartikelen is dat bewustzijnsverandering door middel van LSD een religieus recht is van alle burgers.
    De Neo-American Church moet niet verward worden met de Native American Church, waarvan de historische wortels teruggaan tot de religieuze praktijken van de Azteken in Mexico vóór Christus. Toen de Spanjaarden kwamen probeerden ze het gebruik van peyote uit te roeien, maar de gewoonte bleef ondergronds bestaan. Ergens tussen 1700 en 1880 verspreidde het religieuze gebruik van peyote zich over de Rio Grande heen naar het zuidwesten van de Verenigde Staten en van daar naar de grote vlakten en vervolgens helemaal naar Canada en naar het Oosten tot aan Winsconsin en Michigan. De kerk is sinds 1918 wettelijk toegestaan in Oklahoma. Het huidige ledenaantal wordt geschat op ergens tussen de 50.000 en 250.000 indianen, met maar een paar blanke leden. Peyote wordt als sacrament gebruikt in hun religieuze eredienst, waarvan zij van mening zijn dat het wezenlijk voor hun kerk is.
    Sommige belangrijke kenmerken van de ceremonie zijn bij de verschillende groepen onveranderd aanwezig. Het ritueel duurt ongeveer van zaterdagavond 8 uur tot zondagochtend 8 uur. Het vindt gewoonlijk plaats rond een houtvuur midden in een teepee en wordt geleid door vier of vijf indiaanse functionarissen. Het ritueel begint met gebed, waarna iedere deelnemer om de beurt liederen zingt, begeleid door de waterdrum, het sacramentele peyote ingenomen en gemediteerd wordt. Hoewel de inhoud van de individuele gebeden en liederen spontaan is, heeft het ritueel als geheel een vast patroon. Rond middernacht vindt er een ceremonie plaats waarbij water wordt gedronken en bij zonsopgang wordt geroosterd graan in suikerwater, vruchten en gedroogd gezoet vlees gegeten. [Voor een gedetailleerde beschrijving van het ritueel met diagrammen van de opstelling van de deelnemers, zie Omar C. Stewarts Washo-Northern Paiute Peyotism, Deel XL, Nr. 3 van de Publications in American Archaeology & Ethnology van de Universiteit van Californië (1944); en vergelijk dat met Weston La Barre's The Peyote Cult, Nr. 19 van de Publications in Anthropology, van de Yale-universiteit, waarvan een vermeerderde uitgave in 1964 werd gepubliceerd door The Shoe String Press in Hamden, Connecticut.].
    Omdat de ceremonie door de Indianen als zeer heilig wordt beschouwd, wordt de voorbereiding voor het ritueel serieus genomen. Onder de gepaste voorbereiding vallen ook lichamelijk rein zijn, geestelijk zuiver, psychisch nederig en een gemoedstoestand die geschikt is om geconcentreerd te mediteren. (Slotkin, 1956). De deelnemers hebben het gevoel dat peyote bijdraagt aan dat mediteren doordat het hun introspectieve vermogen vergroot, hun geweten gevoeliger maakt en veelbetekenende visioenen teweegbrengt. Tijdens de hele ceremonie gedragen de deelnemers zich met gepaste eerbied. Blanken die als toeschouwer of deelnemer aanwezig zijn geweest bij deze erediensten, hebben samen met de indianen op een onbevangen manier peyote ingenomen en zijn onder de indruk geraakt van het ernstige en heilige karakter van de ceremonie (Osmond, 1961; Schultes, 1963; Slotkin, 1961).
    De Church of the Awakening werd in 1958 opgericht door het echtpaar John en Louisa Aiken uit New Mexico, twee fysiotherapeuten. De kerk is langzaam maar zeker gegroeid en heeft op dit moment ongeveer 350 leden. Alleen mensen die blijk hebben gegeven van een serieuze belangstelling voor spiritueel ontwaken worden aangemoedigd lid te worden. De leden beweren dat hun spirituele leven verdiept is door het deelnemen aan psychedelische erediensten, waarbij ze hun sacrament peyote innemen. Het gebruik van het sacrament is beperkt tot eenmaal in de drie maanden, als het al zo vaak gebeurt. De belangrijkste nadruk lijkt te liggen op het integreren van spirituele inzichten in het dagelijkse leven van het individuele lid.
    Er doen zich bepaalde juridische problemen voor door het bestaan van psychedelische kerkgenootschappen. Zowel natuurlijke producten, zoals peyote, cactusbloemknoppen, paddenstoelen of ipomoeazaden als synthetische chemische stoffen zoals LSD, psilocybine of mescaline, worden door de wet als medicijn beschouwd, als ze in het lichaam opgenomen worden en vereisen dus medisch toezicht. Omdat dat nu eenmaal de manier is waarop onze maatschappij dingen heeft gedefinieerd, bestaat er voor een kerkgenootschap eigenlijk geen juridisch mechanisme of maatschappelijke goedkeuring om deze stoffen te gebruiken voor een spirituele verkenningstocht. Omdat ze niet bereid waren zich aan te passen aan dat gegeven, heeft dat juridische problemen opgeleverd voor Timothy Leary, Arthur Kleps en een aantal van hun volgelingen. Maar de kwestie wordt vertroebeld omdat het religieuze gebruik van peyote door de Native American Church wel wordt toegestaan door de Food and Drug Administration en het Hooggerechtshof van Californië. De zaak wordt nog ingewikkelder als Dr. John Aiken, een bevoegd arts, probeert peyote toe te dienen ten behoeve van wat hij bona fide religieuze doeleinden noemt. Als hij dat niet mag en de indianen wel, betekent dat dan discrimineren van blanken? Zonder twijfel zullen vrijheid van religie en aanverwante vraagstukken in de komende jaren veel publiciteit krijgen, als proefprocessen de rechtbanken zullen bereiken. Als de zaak beslist wordt door elk religieuze gebruik van psychedelische stoffen vogelvrij te verklaren, zelfs voor de Native American Church, zal dat kunnen uitlopen op weer een armzalig voorbeeld van het veronachtzamen door de blanke van de gevoeligheden en culturele erfenis van de Amerikaanse indiaan.
    Ondertussen bestaat er voor de georganiseerde godsdienst een toenemende noodzaak om de invloed van de psychedelische beweging onder ogen te zien. Als er in plaats van de ondergang van een bevlieging, zoals sommigen voorspellen, een blijvende belangstelling, groei en enthousiasme voor zal zijn, wat voor invloed zal dat dan hebben op de religie in Amerika? Mensen die een indringende mystieke ervaring hebben gehad kunnen daarentegen best het gevoel hebben dat de georganiseerde religie zieltogend en voor hun behoeften overbodig is. Een dergelijke trend zou als bedreigend ervaren kunnen worden en de kerken zouden de behoefte kunnen voelen het onderdrukken van psychedelische drugs aan te moedigen. Anderzijds kan erover gespeculeerd worden dat met een vindingrijke en creatieve benadering van het toenemende aantal mystieke ervaringen, binnen de kerken nieuwe kracht gegeven kan worden aan het religieuze leven. De kerken zouden mensen kunnen helpen dergelijke indringende ervaringen te integreren, met behulp van zinvolle en geschikte religieuze symbolen. Dat soort mensen is geneigd over hun drugservaringen te spreken in religieuze bewoordingen. In ons experimenteel onderzoek met theologiestudenten en geestelijken, hadden de mensen die een zinvol religieus kader hadden, het meeste steun aan het gebruik maken van positieve psychedelische ervaringen om hun geloof existentiëler te kunnen begrijpen.
    Er schuilen echter wel bepaalde gevaren in het groeiende gebruik, religieus en anderszins, van psychedelische drugs. De mogelijke gevaren voor het individu zijn uitgebreid aan de orde geweest tijdens dit congres. Benadrukt zou moeten worden dat gebruik zonder begeleiding en ondeskundig gebruik, in een bepaald, maar tot nu toe onbekend percentage van de gevallen, onvermijdelijk zal leiden tot psychiatrische slachtoffers. De meeste in het oog springende oorzaken zijn het niet screenen, ondoeltreffende voorbereiding, ondeskundige bejegening tijdens de drugsreactie en weinig of geen hulp bij het zinvolle integreren na de ervaring. De gevaren voor de maatschappij zijn al vermeld. Als steeds meer mensen de samenleving de rug toekeren en zich terugtrekken, kan die maatschappij dan nog wel blijven functioneren?
    Als psychedelische drugs echt de doelen, waarden, drijfveren en de behoefte tot presteren van de mens kan veranderen, zou dat grote consequenties kunnen hebben voor onze maatschappij, waarin zoveel nadruk ligt op geld, macht en status. Minder nadruk op deze traditionele doeleinden, gepaard met het ter beschikking komen van meer vrije tijd, zou onze levensstijl kunnen veranderen. Sommige mensen betogen dat dergelijke matigende veranderingen gezond kunnen zijn, maar dan nog is het mogelijk dat een wijdverbreid meedoen met een radicale verandering van de zienswijze, rampzalig zou kunnen zijn voor een maatschappij die hoofdzakelijk haar BNP wil vergroten en doeltreffend wil concurreren. Deze vraagstukken dienen realistisch en zorgvuldig onder ogen gezien te worden.
    Er is teveel warmte en misschien niet genoeg licht verspreid door de psychedelische drugs. Door de berichtgeving van de massamedia is tegenwoordig iedereen bekend met LSD. Het is heel interessant dat iedereen daarover een uitgesproken mening heeft, los van hoe veel of weinig hij van de zaak afweet. Deze meningen, voor of tegen, hebben doorgaans een diepliggende emotionele basis. De oorzaak is zonder twijfel niet alleen maar een afkeer van het innemen van drugs, omdat andere drugs, zoals tranquillizers, slaappillen en alcohol ongehinderd ingenomen kunnen worden, zonder dat er sprake is van een soortgelijke emotionele reactie. De gevaren van negatieve gevolgen, zoals een psychische inzinking, lijken een voor de hand liggende reden, maar aangezien de meeste drugservaringen positief zijn, moet er nog een verklaring zijn. Een diepere oorzaak zou kunnen liggen in de aard van de indringende emotionele ervaringen, die het vermogen lijken te hebben de waarden van iemand te veranderen en enthousiasme en inspiratie op te wekken in een richting die in het algemeen misschien niet gedeeld wordt door de maatschappij. Logischerwijs zou dat als een bedreiging gezien kunnen worden, maar het lijkt nog sterker gevoeld te worden op een onderbewust of niet-rationeel niveau.
    Onze maatschappij wordt geconfronteerd met het feit dat het gebruik van psychedelische drugs zich snel uitbreidt. Hebben we het vermogen en de wijsheid om constructief om te gaan met dit probleem, of zullen we een oplossing zoeken bij een beperkende wetgeving en optreden van de politie? In dit geval maakt onderdrukking nog veel minder kans op slagen dan bij het illegale gebruik van verdovende middelen, dat ook geen halt is toegeroepen. De hele geschiedenis door hebben, als genoeg mensen echt iets wilden, beperkende maatregelen nooit gewerkt. Wetten hebben niet het introduceren van koffie in Europa gestopt, noch de consumptie van alcohol in de Verenigde Staten tijdens de Drooglegging.
    Wat echter wel het resultaat zal zijn van het rigide onderdrukken van psychedelische drugs, is een ernstige belemmering van het onderzoek op dit gebied. Hoe meer wetten er uitgevaardigd worden, hoe meer het publiek drugs met iets negatiefs zal identificeren. Machthebbers, zowel in de publieke als academische sector, worden beïnvloed door de reactie van publiek en massamedia en als er dan een onderzoeksvoorstel wordt gedaan, zullen ze aarzelen en hun steun onthouden. De afname van het onderzoek met psychedelische drugs is al een feit. Dr. Harold Abramson, een van de eerste pioniers van het LSD-onderzoek, heeft opgemerkt dat in onze maatschappij een geïnteresseerde leek tegenwoordig LSD gemakkelijker kan gebruiken, dan dat een arts daar legitiem onderzoek mee kan doen. De gezamenlijke commissie die op dit moment gevormd wordt door de N.I.M.H (National Institute of Medical Herbalists) en de F.D.A. om voorstellen te beoordelen, zal mogelijk in de naaste toekomst meer onderzoek mogelijk maken.
    Onderzoek is vooral belangrijk met betrekking tot de individuele en sociale problemen, die veroorzaakt worden door het toenemende gebruik van psychedelische drugs. Opleiding lijkt een doeltreffendere oplossing dan onderdrukking en er is meer onderzoek nodig om achter veel onbekende feiten over veel aspecten van deze drugs te komen. Wij hebben behoefte aan meer kennis over hun biologische en psychologische werkingsmechanismen, therapeutische mogelijkheden, gevaren en gevolgen op de lange termijn. Deugdelijke statistieken over kans en schade zouden zinvol kunnen zijn om een realistische plezier/risico-verhouding te berekenen.
    Een belangrijk terrein voor verder onderzoek is de werking van psychedelische drugs op betrekkelijk evenwichtige, goed-aangepaste mensen. Veel van de mensen die LSD hebben ingenomen en op wie een aantal van de conclusies over schadelijkheid zijn gebaseerd, hadden de maatschappij al de rug toegekeerd voor dat ze in aanraking kwamen met de drug. Voor opleidings-  en begeleidingsdoeleinden is het belangrijk dat wij onze feiten over de effecten van de drug op normale personen baseren, in plaats van op een retrospectieve analyse van mensen die zich van de maatschappij hebben losgemaakt. Niemand weet hoeveel succesvolle mensen, die zich niet hebben teruggetrokken of hun plek in de maatschappij hebben opgegeven, hebben gevonden dat de psychedelische ervaring een verrijkende deel van hun hele leven kan zijn, zonder dat andere interesses en verantwoordelijkheden overschaduwd worden.
    Er zijn veel vragen die alleen beantwoord kunnen worden door zorgvuldig en goedgecontroleerd onderzoek. Wat zijn bijvoorbeeld de precieze voorwaarden voor het teweegbrengen van esthetische, cognitieve of mystieke ervaringen?  Alle, niet van de drug afhankelijke, variabelen zoals omstandigheden en omgeving moeten intensief bestudeerd worden. Een interessant project zou het volgen zijn van een groep mensen die drie of vijf jaar lang met regelmatige tussenpozen een LSD-sessie zou hebben, of een onderzoek over een langere periode van een groep die maar een paar sessies zou hebben en een tijd vervolgd zou worden. Bij een kleine groep, die LSD gezamenlijk in zou nemen, zouden andere verschijnselen, zoals het effect op de groepsdiscussie, groepsinteractie en groepssamenhang gemeten kunnen worden.
    De godsdienstsociologie heeft een buitengewone gelegenheid om onderzoek te doen bij de psychedelische religieuze beweging. Hier ligt een mogelijkheid om onderzoek te doen naar de vorming en groei van wat misschien een belangrijke religievorm in de Verenigde Staten zal worden. De kleine cultusachtige groepen, het evangelische gistingsproces, de utopische idealen, het gevecht om te overleven—al die elementen kunnen bestudeerd worden om een beter begrip te krijgen van wat er zich heeft afgespeeld toen in het verleden andere religieuze bewegingen opdoken. Dr. R. Blum (Blum et al., 1964) heeft op dit gebied al een aanvang gemaakt, maar andere gezichtspunten zouden ook bijdragen kunnen leveren. Deelnemers-toeschouwers, die meer contact hebben met de mensen van de beweging, zouden waardevolle aanvullende praktijkgegevens kunnen leveren.
    Met betrekking tot de toekomst, lijken de psychedelische drugs hier aanwezig te blijven als een gegeven van ons huidige bestaan. De ervaringen zijn veel te krachtig en hebben teveel consequenties om ze af te doen als een voorbijgaande bevlieging. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik eerder toe dan af zal nemen en meer invloed zal hebben op het Amerikaanse leven dan wij ons nu kunnen voorstellen. Zelfs tien jaar geleden zouden LSD-onderzoekers niet hebben kunnen voorspellen wat er inmiddels al voorgevallen is. Misschien zijn er voor ons nog wel meer verrassingen in petto. Er moet zonder uitstel op een gedisciplineerde wetenschappelijke manier werk verricht worden met deze drugs, in plaats van een zwarte-markt-subcultuur zomaar wat te laten experimenteren.
    Als het gebruik van deze drugs ooit wettelijk wordt toegestaan, moeten er trainingcentra opgericht worden, omdat gespecialiseerde training onder supervisie nodig is om een maximale veiligheid te waarborgen. Uit het werk in het Spring Grove State Hospital is gebleken dat zelfs zeer onevenwichtige mensen relatief veilig met LSD behandeld kunnen worden, als er maar specifieke procedures gehanteerd worden. Deze centra’s kunnen dan niet alleen gebruikt worden om psychiaters te trainen, maar ook psychologen, maatschappelijk werkers, predikanten of ieder ander die een rol zou kunnen spelen in de behandeling met deze drugs. Op zeker moment zal het zelfs mogelijk zijn gelegenheden  op te zetten, waar belangstellende, serieuze mensen naar toe kunnen gaan om met maximale veiligheid LSD in te nemen onder toezicht van geoefend personeel. Op dit moment is een dergelijk voorstel nog een utopie en het kan nog een hele tijd duren voordat dat ontwikkeld wordt, maar in de toekomst is dat mogelijk.
    Sommige mensen en vooral studenten, nemen geen genoegen meer met afwachten en stellen zich de existentiële vraag “Moet ik dan nu maar op eigen houtje LSD nemen?” Het is duidelijk dat iedereen die echt aan die drug wil komen en in wil nemen, dat kan doen. Hoezeer universiteitsbestuurders ook zullen waarschuwen om dat niet te doen, ze kunnen niemand tegenhouden. Het blijft een persoonlijke beslissing, maar iedereen die zoiets van plan is zou er goed aan doen een aantal fundamentele zaken te overwegen.
    Ten eerste houdt het een zeker risico in, dat zonder twijfel groter is onder ongecontroleerde dan gecontroleerde omstandigheden. Het werk in Spring Grove en elders, heeft aangetoond dat het risico bij een deskundige behandeling minimaal is. Psychedelische drugs zijn net als andere krachtige instrumenten, in zoverre dat het risico grotendeels afhangt van de manier waarop ze gebruikt worden. Voor een oogoperatie is een deskundige operateur nodig en geen klokkenmaker, hoe deskundig hij ook is in het gebruik van fijne instrumenten. Het gebruik van psychedelische drugs vereist voor een maximale veiligheid ook een gespecialiseerde oefening. In het Spring Grove Hospital zijn drie tot zes maanden, of langer, nodig om een therapeut op te leiden. Aan het feit dat er veilige procedures zijn ontwikkeld, heeft echter iemand niet veel, die een psychedelische drug onder toezicht in wil nemen, omdat er op dit moment in de Verenigde Staten geen geautoriseerd onderzoek plaatsvindt met normale personen.
    Iets anders dat overwogen moet worden is de leeftijd. Veel mensen op de universiteit maken een identiteitscrisis door en proberen uit te maken of dit echt het leven is dat ze willen. Omdat een psychedelische drugservaring het oordeelsvermogen kan aantasten, is het waarschijnlijk geen goed idee een belangrijke beslissing voor het leven te maken, binnen drie maanden na een drugssessie. Aan mensen die een intensieve psychotherapie of psychoanalyse ondergaan wordt hetzelfde advies gegeven. Beslissingen die op zo’n moment genomen worden zouden later betreurd kunnen worden, vooral als er tijdens en na de drugssessie geen begeleiding beschikbaar is. Mensen die een psychedelische ervaring hebben als ze wat ouder zijn en met succes al met een aantal doorslaggevende zaken in hun leven hebben afgerekend, maken een grotere kans op een verrijkende ervaring. Het lijkt dat hoe meer levenservaring iemand heeft, hoe beter het is, net zoals het op een computer geïnstalleerde programma de basis is waarop de resultaten voorgebracht worden.
    Het beeld dat LSD het magische antwoord is voor alles, is een misvatting. Er moet hard gewerkt worden om de ervaring te kunnen benutten en een vervolgbehandeling met de therapeut die de drugssessie zelf begeleid heeft kan heel zinvol zijn. Mensen die een psychedelische drug innemen om “hun eigen problemen te verwerken” kunnen niet alleen teleurgesteld worden maar zouden ook nog verdere conflicten kunnen blootleggen. Heel wat mensen zijn onaangenaam verrast door wat met grote kracht opwelde uit hun onbewuste.
    Ondanks de zeer reële gevaren bij het zelf experimenteren, zou iedereen met een serieuze en wetenschappelijke belangstelling voor dit fascinerende onderzoeksgebied niet ontmoedigd moeten worden door het vooruitzicht van wettelijke toegestaan onderzoek. Er moet veel werk verzet worden en in de nabije toekomst, als wij nieuwe kennis over deze drugs en hun mogelijke toepassingen zullen verwerven, zal er behoefte zijn aan zeer deskundige mensen. In het ideale geval zou gebruik gemaakt moeten worden van een interdisciplinaire benadering, met de gezamenlijke inspanningen van psychiaters, psychologen, maatschappelijk werkers, geestelijken, theologen en filosofen.
    Iedereen die belangstelling heeft voor dit werkterrein zou de best mogelijke opleiding moeten krijgen in de discipline van zijn eigen keuze. Er is gezegd: “Turn on, tune in and drop out.” Dat kan min of meer als volgt geparafraseerd worden: Schakel je motivatie in op een zo geconcentreerd mogelijke manier; stem af op alles dat van belang is om jezelf van het nodige te voorzien en op zo’n manier dat je jezelf oefent voor het werk dat je op dit terrein wilt doen; en vervolgens zul je, in plaats van de maatschappij de rug toe te keren, klaar zijn om je in een waardevolle en interessante loopbaan te begeven, een die gevuld kan zijn met grote voldoening en een gevoel van iets bij te kunnen dragen, want dit is een opwindend werkterrein.
    Een treffend voorbeeld van een toekomstige mogelijkheid van het psychedelische onderzoek is het werken met terminale kankerpatiënten. Dit terrein is van betekenis voor een discussie over religie en LSD, omdat de doodservaring een cruciale plaats inneemt in bijna alle religies. Ondanks veel gepraat en bezorgdheid en misschien wel schuldgevoelens over de manier waarop terminale patiënten worden behandeld, is er eigenlijk niet veel veranderd in die door angst overheerste toestand binnen onze cultuur. Vaak is er sprake van een toenemend afgesneden worden van zinvolle onderlinge betrokkenheid, omdat alle inspanningen gericht zijn om het voor de patiënt “aangenaam” te maken.
    Psychedelische therapie zou een rol kunnen spelen bij het leefbaarder maken van het leven bij terminale patiënten. LSD werd aanvankelijk toegepast vanwege de pijnstillende werking, waarvan men ontdekt had dat die aanzienlijk was (Blum et al., 1964; Kast, 1963; Kast, 1964a; Kast, 1964b). Misschien was nog belangrijker dat ontdekt werd dat angst, zorgen en ongerustheid in een aantal gevallen afnamen (Kast, 1966). Door het werken met patiënten en hun familie werd de gelegenheid verschaft voor een toename van de onderlinge intimiteit, vooral in aansluiting op een krachtige psychedelische ervaring (Cohen, 1965). Lopend onderzoek, om deze aanwijzingen verder te onderzoeken, verkeert nog pas in een voorbereidend stadium, maar het lijkt een veelbelovende benadering te zijn om hulp te bieden bij de doodsangst en het isolement van stervenden, zowel voor degenen die achter zullen blijven als voor degene die het eind van zijn leven onder ogen moet zien.
    Laten we ons tot slot bezinnen over de grote invloed, die de toevallige ontdekking van LSD in een Zwitsers farmaceutisch laboratorium over hele wereld heeft uitgeoefend. Er zijn verreikende effecten geweest op allerlei onderzoekingen, vooral in de biochemie, farmacologie, psychiatrie, psychologie, sociologie, filosofie en religie. De interdisciplinaire consequenties lijken inderdaad duidelijk. Ondanks de gevaren die zonder twijfel mogelijk zijn bij het gebruik van deze krachtige drug, is het altijd de bestemming van de mens geweest om verder te gaan met het vergroten van zijn kennis. Dit terrein vormt geen uitzondering, maar de mensen die een dergelijk onderzoek op zich nemen, dragen een grote verantwoordelijkheid. 

Zie ook de discussie die volgde op de voordracht van Dr. Pahnke’s verhandeling.


REFERENTIES

Abramson, H. A. (ed.) The Use of LSD in Psychotherapy and Alcoholism. Indianapolis: Bobbs-Merrill, 1967.
Arendsen-Hein, G. W. Dimensions in psychotherapy. In H. A. Abramson (ed.), The Use of LSD in Psychotherapy and Alcoholism. Indianapolis: Bobbs-Merrill, 1967.
Blum, R., et al. Utopiates: The Use and Users of LSD-25. New York: Atherton Press, 1964.
Cohen, S. LSD and the anguish of dying. Harper's, August, 1965.
Harman, W. W., McKim, R. H., Mogar, R. E., Fadiman, J., and Stolaroff, M. J. Psychedelic agents in creative problem-solving: a pilot study. Psychol. Repts (Monogr. Suppl.), 1966, 2-VI9: 211.
Johnsen, G. Indications for psycholytic treatment with different types of patients. In H. A. Abramson (ed.), The Use of LSD in Psychotherapy and Alcoholism. Indianapolis: Bobbs-Merrill, 1967.
Kast, E. C. The analgesic action of lysergic acid compared with dihydromorphinome and meperidine. Bull. Drug Addiction and Narcotics, 1963, appendix 27:3517.
Kast, E. C. LSD and the dying patient. Chic. Med. Sch. Qu., 1966, 26/2 :80.
Kast, E. C. Pain and LSD-25: a theory of attenuation of anticipation. In D. Solomon (ed.), LSD: The Consciousness-Expanding Drug. New York: Putnam's, 1964.
Kast, E. C. A study of Iysergic acid diethylamide as an analgesic agent. Anesthesia and Analgesia, 1964, 43:285.
Kurland, A. A., Unger, S. M., Shaffer, J. W., and Savage, C. Psychedelic therapy utilizing LSD in the treatment of the alcoholic patient: a preliminary report. Amer. J. Psychiat., 1967, 123/10: 1202.
Kurland, A. A., Unger, S. M., Savage, C., and Pahnke, W. N. Psychedelic therapy (utilizing LSD) with terminal cancer patients. Voorgedragen tijdens de bijeenkomsten van de A. P. A. in Detroit op 11 mei 1967: wordt nog gepubliceerd.
Masters, R. E., and Houston, J. The Varieties of Psychedelic Experience. New York: Holt, Rinehart, 1966.
Osmond, H. Peyote night. Tomorrow Magazine, 1961, 9/2:112.
Osmond, H. A review of the effects of psychotomimetic agents. Ann. N. Y. Acad. Sci., 1957, 66:429. Reprinted in D. Solomon (ed.), LSD: The Consciousness-Expanding Drug. New York: Putnam's, 1964.
Pahnke, W. N. Drugs and Mysticism: An Analysis of the Relationship between Psychedelic Drugs and the Mystical Consciousness. Ongepubliceerde doctoraalscriptie ingediend bij de Harvard University in 1963.
Pahnke, W. N., and Richards, W. A. Implications of LSD and experimental mysticism. J. Relig. Health, 1966, 5/3:175.
Pratt, J. B. The Religious Consciousness: A Psychological Study. New York: Macmillan, 1921.
Schultes, R. E. Botanical sources of the new world narcotics. Psychedelic Rev., 1963, l/2:157. Reprinted in G. Weil et al. (eds.) The Psychedelic Reader. New Hyde Park, New York: University Books, 1965.
Slotkin, J. S. The peyote way. Tomorrow Magazine, 1956, 4/3:67.
Slotkin, J. S. Menomini peyotism. In D. Ebin (ed.), The Drug Experience. New York: Orion Press, 1961.
Tillich, P. Systematic Theology (Volume I). Chicago: University of Chicago Press, 1951.
Unger, S. M. The current scientific status of psychedelic drug research. Ongepubliceerd verslag, voorgedragen tijdens de Conference on Method in Philosophy and the Sciences in New York City op 3 mei 1964.
Unger, S. M. The current status of psychotherapeutically-oriented LSD research in the United States. Ongepubliceerd verslag, voorgedragen voor de New York State Psychological Association op  30 april 1965.

Naar boven