Home

März

Over en uit "März" van Heinar Kipphart, 1922-1982
psychiater en dramaturg

Uitgegeven in 1976. In het Nederlands vertaald door Jacq. Firmin Vogelaar en verschenen in 1978 bij uitgeverij Bruna, ISBN 90 229 7397 2, in 1988 opnieuw uitgegeven door SUN en nu uitsluitend nog verkrijgbaar bij het antiquariaat.

"Het probleem van de waarheid, het probleem van de waanzin en het probleem van de revolutie zijn een en hetzelfde probleem."

Inleiding:

'Hebt u nooit gehoord, dokter, dat de schizo eerst en vooral een toneelspeler is?'
Kofler merkte op dat het dan toch wel om een tamelijk stille, naar binnen gekeerde toneelspeler ging.
'Natuurlijk,' zei März, 'want hij speelt niet alleen de verschrikkelijke rollen van zijn toneel, maar hij is tevens de toeschouwer die het echte theater van de wreedheid aan den bloedende lijve beleeft. Daarom wordt hij gevoelloos, blind en stom.'

Kofler, aantekeningen.
De patiënt die wordt binnengebracht en het etiket schizofreen heeft gekregen, heeft zonder het zelf te weten een rol op zich genomen en start zijn carrière. Vanaf het moment dat hij wordt binnengebracht wordt hij onafgebroken gedegradeerd en verliest hij stukje bij beetje zijn beslissingsmogelijkheden en alle burgerlijke vrijheden. Er wordt in twijfel getrokken of hij een mens is, en tenslotte wordt hem dit predikaat ontzegd. Hij is geen mens maar het tegendeel ervan, een gek, en hij moet in de inrichting blijven tot hij een toevoeging bij zijn etiket krijgt 'geresocialiseerd', 'hersteld', 'aangepast'. Maar ook buiten blijft hij de schizofreen, en hij heeft niet de mogelijkheid er trots op te zijn.

Kofler.
Bij een moord onderzoekt de politie de omstandigheden van elk afzonderlijk geval. Misschien zouden
we op dezelfde manier intermenselijke omstandigheden van de psychische moord afzonderlijk moeten onderzoeken.

In een brief vroeg März aan het Internationale Haagse Gerechtshof waarom de psychische moord niet bestraft wordt, de psychologische vernietiging van de ander door krankzinnig maken. Dit gebeurt bij de poging tot moord, wanneer het er in een wanhopige strijd om gaat wie de ander het eerst krankzinnig maakt (huwelijk) of bij de poging om de eigen krankzinnigheid naar de ander te verplaatsen (noodweer), tenslotte bij het jagen op een zondebok, als iemand zo murw gemaakt wordt dat hij de krankzinnigheid van de anderen op zich neemt. (Jezus en März.)

Over de gezinssituatie zijn in het ziekteverslag enkele uitspraken te vinden: Hij heeft zich opgeofferd zodat de anderen geen nadeel zouden ondervinden. 'Ik werd misvormd en verminkt om mij voor een ander leven fit te maken.' 'Een dergelijke jeugd maakte dat ik stikte.' 'Het was niet mogelijk om tegen iemand vriendelijk te zijn zonder de anderen te kwetsen.' Uiteindelijk is het gezin oorsprong en broedplaats van de waanzin. Zijn basiservaring: 'Dat je niet kunt winnen.'

Kofler, aantekeningen.
In een maatschappij die op concurrentiestrijd gebaseerd is, kan men de mensen niet leren elkaar aardig te vinden en te helpen. Geheel automatisch worden in onze scholen de technieken van de kleinering, de intolerantie en de haat onderwezen. Dat moet echter tegelijkertijd verborgen worden gehouden, want onze cultuur kan de gedachte dat kinderen elkaar zouden haten niet verdragen. Daarom geeft de school training in een dubbele moraal die het systeem nodig heeft om zichzelf in stand te houden. Dat blijkt uit de permanente strijd van kinderen om de beste punten, de angst om niet over te gaan, de strijd om de gunst van de onderwijzer die tegelijkertijd de vijand van de kinderen is. Iedereen is bang om zijn gevoelens te tonen, en bang om anders dan anderen te zijn, want afwijkend gedrag wordt bestraft. De stellige toon  waarop onderwijs gegeven wordt belet de kinderen om als gelijken te discussiëren. De prestatie van het leren is het tegendeel van plezierig, en twijfels zijn uit den boze.
Wat we op onze scholen zien is hoe kinderen capituleren. Met de middelen van de pedagogie wil de school de kinderen zo ver krijgen dat ze net zo denken als de school. De school gaat niet uit van de behoeften van de kinderen maar van die van de economie. Wanneer de kinderen van school gaan zijn de meesten hun persoonlijke kenmerken kwijt, hebben ze hun creatieve vermogens verloren en zijn ze klaar voor het bedrijfsleven. Wanneer het proces van capitulatie op moeilijkheden stuit, zijn er altijd nog bijzondere scholen, kostscholen, tuchtschool en kinderpsychiatrie.

März, opstellen.
Ik heb mezelf niet meer in mijn macht.
Macht is op zichzelf niets prettigs, zoals valt op te maken uit lelijke woorden als machtswellusteling, machtspolitiek en overmacht. Ook machtsmisbruik en machtsvertoon zijn evenmin te prijzen als brute macht. Daarom is het niet erg wanneer je de macht over jezelf of over anderen kwijt bent, zo denkt een onervaren iemand, maar dat is een geweldige (!) vergissing. Reeds het kind komt, zodra het geboren is, onder de ouderlijke macht. Zij hebben over het kind de sleutelmacht, de beschikkingsmacht en de taalmacht zodat het rustig alles van hen kan leren. Dan komt de macht van de school en de hogere macht van het religieuze leven, de almacht. Daarna leert het opgroeiende kind de macht om zichzelf te handhaven en zet de eerste stappen op kantoor of in de fabriek. Dan volgt de rechterlijke macht en weldra de medische macht zoals hier in het sanatorium wanneer iemand die inmiddels volwassen is te vroeg geen macht meer over zichzelf heeft. Dan wordt het afwachten. Uit het voorafgaande komt duidelijk naar voren dat het (vader) gezag de macht het beste dient. Zonder gezag is macht machteloos.

Kofler, aantekeningen.
Niemand is momenteel zo ver dat hij schizofrenie rechtstreeks uit de gezins- of sociale toestand kan afleiden. Wat we kunnen doen, is de interne gezinssituatie en de sociale omgeving van de schizofrenen nauwkeurig beschrijven totdat we de onderdelen in een zinvol verband kunnen plaatsen. We zoeken voor dat zeer buitengewone beeld van de schizofrenie zeer buitengewone belevenissen, maar waarschijnlijk hebben we genoeg aan de heel gewone verschrikkingen die wij allemaal slechts met moeite kunnen verwerken. De schizofreen is een lotgenoot. Hij lijdt aan een te rijk innerlijk leven, en hij zou graag zijn wat hij werkelijk is.

März, opstellen.
Hoe mooi is de jeugd.
Martelingen als die waaraan een kind wordt blootgesteld komen in zijn latere leven nog maar zelden voor. Daarom heeft de volwassene vaak het gevoel dat alles al eens gebeurd is en denkt hij aan zijn gelukkige jeugd.

März.
'Het schijnt de bedoeling van de kindertijd te zijn om een afkeer van het leven te ontwikkelen.'

März.
'Als kind had ik geleerd dat de weg naar het succes hieruit bestaat, dat je dingen doet waarvoor je je moet schamen. De kunst was dan redenen te vinden waarom je je niet hoefde te schamen. Vaak wist ik hoe ik in een bepaalde situatie succes had kunnen hebben, maar de weg was versperd, ik had een te grote afkeer van mezelf.'

März.
Een pamflet. Nieuwe catechismus.
Wat weten wij over God? - Niets.
Is er een leven in de toekomst? - Nee.
Wat is het geweten? - Het gevoel dat je een voorschrift van de bovenlaag niet hebt opgevolgd.
Wat is de bovenlaag? - Zij die heersen en verteren.
Is macht uitoefenen werk? - Nee. Het is nauwelijks een bezigheid.
Wat zijn de hoofdleugens? - Politiek, godsdienst, wetgeving. Wat is men zijn vaderland verschuldigd? - Volstrekt helemaal niets.
Wat is liefde? Een hele mooie productie.
A. een profeet van de nieuwe tijd.

Kofler, aantekeningen.
De psychiatrische patiënt schijnt zich in zijn gedrag vaak te richten naar de verwachtingen van de psychiater. In de vragen klinkt door wat voor opvattingen de psychiater over de ziekte heeft, en de patiënt probeert daaraan te voldoen. Omdat hij zich niet in de extreme situatie van de patiënt wil inleven - voor hem is, zoals voor de officiële psychiatrie, psychotisch gedrag niet invoelbaar - registreert hij symptomen terwijl de patiënt zich misschien alleen maar aan de situatie aanpast. Wanneer een zieke bijvoorbeeld onrustig heen en weer loopt omdat de situatie hem geen rust gunt, noemt de psychiater dat 'rusteloos'; lacht de patiënt onzeker wanneer hem vragen gesteld worden die hem vreemd in de oren klinken, dan heet dat 'kinderlijk gegrinnik'; gedraagt de patiënt zich terughoudend omdat hij de arts niet mag, dan spreekt deze over' contactarmoede'; vindt hij de arts tactloos en keert hij zich van hem af, dan noemt deze dat 'negativistisch'; gaat de patiënt niet op de arts in dan kan hij 'geen ordelijk gesprek voeren'; verandert hij uit onzekerheid van onderwerp en praat hij veel, dan is dat een geval van 'ideeënvlucht'; praat hij daarentegen zacht omdat hij zich voor zijn toestand schaamt, dan is hij 'depressief'; aarzelt hij besluiteloos, dan is hij 'ongemotiveerd', enzovoort. Veel raadselachtige stoornissen van de psychoticus zijn onmiddellijk te begrijpen zodra men ze metaforisch opvat, zowel in het gedrag als in de waaninhouden.

Kofler schreef eens alle woorden op die hem te binnen schoten voor 'krankzinnig, krankzinnige en krankzinnigengesticht' en maakte er twee regels van. Onder elkaar geschreven leek het wel een gedicht. Het zou ook gezongen kunnen worden dacht hij.
In het gekkenhuis zitten gekken vast
de idioten
de halve garen
de zotten
getroebleerden
loeten
de mesjokkenen
de malloten, de getikten
die niet goed bij hun hoofd zijn
die zitten opgesloten
in het gekkenhuis, in het krankzinnigengesticht. Bij wie wat los zit
bij wie er een paar op de loop zijn
die een knook in de kop hebben
bij wie er een streep door loopt
die niet goed snik zijn,
achterlijk, gestoord, kierewiet
ijlhoofdig, bezeten, omneveld
die zitten in het zothuis
in het dolhuis, in het rasphuis
in het krankzinnigenhuis
malloten
die een klap van de molen hebben

De minachting die de psychisch zieke van de aangepaste meerderheid moet verduren, die waar 'n streep door loopt, die zijn tramontane verloren heeft, die zijn benul kwijt is, de hommel in het hoofd heeft, die geschift is, gaga, knots, die mafkees, wordt ook op degenen overgedragen die beroepshalve met de psychische zieke te maken heeft. In de omgangstaal wordt de psychiatrie op een lijn met de patiënt geplaatst, zijn bewakingsfunctie krijgt meer nadruk dan zijn functie van genezer. De psychiater heet fysiater, mallenhoofdman, karakterspion, gedachtenlezer, muswachter, idiotenhoofdman, psychopater, koplapper, hersenpoetser, zieleknijper, dokter Knarst en dokter Barst. Hun werkterrein is de hennepburcht, de apenkooi, de halfgaarderij, de knarsbarak, de mallenkazerne, de loetenfarm, de grutmolen, de knotsenfabriek, de cretinbunker, het kierewiethuis, de warwinkel, de mallotenkwekerij, de getiktenstal, de spleenschuur, de gortakker, de klapmolen en de idiotenkooi.

Kofler, aantekeningen.
Een patiënt die onvrijwillig naar een psychiatrische inrichting wordt gebracht, doet in korte tijd een reeks ervaringen op waardoor hij totaal kan veranderen. Iemand uit zijn naaste omgeving heeft achter zijn rug de politie geroepen die hem vreemde vragen stelt. Door zijn psychische noodtoestand, reden om de politie in te schakelen, is hij niet in staat om rustig op de vragen in te gaan, hij voelt zich verraden en misleid, de familie staat aan de kant van de politie en weigert hem te helpen. In deze uiterst dramatische situatie weigert hij gewoonlijk zich door een arts van de geneeskundige dienst te laten onderzoeken zoals hem door de politie wordt voorgesteld, want hij ziet er zelf de noodzaak niet van in, en hij ziet het verzoek als een onderdeel van het complot dat tegen hem gaande is. De politie vat zijn gedrag en zijn weigering op als bevestiging dat hij gevaarlijk is voor de algemene veiligheid of voor zichzelf. Steunend op verklaringen van derden en eigen waarneming gelast zij opname in een psychiatrische inrichting en maakt hier onmiddellijk werk van omdat zij zich niet in staat acht te ontkennen dat de patiënt gevaarlijk is. De patiënt, die geen begrip toont voor de aantasting van zijn beslissingsvrijheid, weigert, stribbelt tegen, verzet zich en wordt onder dwang naar de betreffende kliniek gebracht. Hier wordt hij aan een arts voorgesteld die de patiënt voor tijdelijke observatie laat opnemen. De patiënt wordt naar een gesloten opname afdeling verwezen en komt daar op de observatiezaal. De verpleger die met de opname belast is brengt de patiënt eerst naar de badkamer waar zijn kleren en alle voorwerpen die de patiënt bij zich heeft worden afgenomen. Hij wordt in bad gedaan en krijgt kleding en ondergoed van het ziekenhuis. Hij komt in een van de vijftig bedden van de observatiezaal te liggen. Wanneer hij onrustig wordt krijgt hij een kalmerende prik, wanneer hij iets over zichzelf wil weten wordt hij gerustgesteld. Ramen en deuren van de observatiezaal zijn afgesloten, en er zijn altijd twee verplegers aanwezig. In de wasruimte en toiletten kan men zo binnenkijken. Alle verbindingen van de patiënt met de buitenwereld zijn opeens afgesneden, hij mag geen bezoek hebben, hij kan niet telefoneren, en wanneer hij brieven schrijft worden die door de kliniek gelezen en mogen eventueel worden achtergehouden. De patiënt is in enkele uren alle rechten en vrijheden die hij tot dusver in zijn leven had kwijtgeraakt en hij heeft geen invloed op de maatregelen die ten aanzien van hem genomen worden. Ook heeft men zijn toestemming niet nodig om te bepalen welke medische behandeling hij krijgt. Hij heeft het gevoel dat hij in een val terechtgekomen is, in een uiterst vernederende toestand waaraan hij niet kan ontsnappen. Hij ziet zich omgeven door meelijwekkende mensen die hij niet begrijpt, die hem niet begrijpen en wier gedrag hem bang maakt. Alles wat hij doet wordt geobserveerd, voor elke handeling moet door het verplegend personeel toestemming of speciaal verlof worden gegeven. Op deze situatie zullen patiënten natuurlijk heel verschillend reageren. Ze kunnen zich opwinden of berusten, schreeuwen of zwijgen, wild tekeergaan of zich in zichzelf terugtrekken, maar één ding staat vast, dat de psychiater die een van de eerste dagen met de patiënt een eerste gesprek probeert te voeren om de diagnose vast te stellen, een patiënt tegenover zich krijgt die door de kliniek veranderd is en met de persoon voor de opname misschien nog maar heel weinig te maken heeft, en die de belangrijkste voorwaarde voor een behandeling althans voorlopig niet meer heeft, menselijk vertrouwen en solidariteit van mensen onderling. Gevreesd moet worden dat het merendeel van de psychiaters, gericht als ze zijn op organische symptomen, dat niet weet, er althans geen rekening mee houdt en het van ondergeschikt belang vindt.

Kofler, aantekeningen.
De vriendelijke houding van de meeste psychiaters tegenover hun patiënten is een mystificatie, want aan die uiterlijke vriendelijkheid ligt geen echt streven naar contact met de patiënt ten grondslag. De psychiater die van mening is dat het bij de psychose om een organische storing gaat, is evenmin in de inhoudelijke mededelingen van de patiënt geïnteresseerd als bijvoorbeeld een technicus in de uitkomsten van een technisch gestoorde computer. Als hij met de patiënt praat doet hij dat alleen om na te gaan of er een storing valt aan te wijzen. Aangezien de patiënt geen computer is moet hij doen alsof hij in hem geïnteresseerd is. Dat wordt door de patiënt opgemerkt en geïnterpreteerd als een manoeuvre om hem door bedrog nog gekker te maken, dat kent hij immers uit zijn vroegere sociale omgeving.

Kofler: aantekeningen.
Als een geesteszieke verstomt, heeft hij voor de sprakeloosheid gekozen. Hij gelooft niet dat praten nog enige zin voor hem heeft.

Kofler, aantekeningen.
Geesteszieken zijn de negers onder de zieken, de ploppers en kwattarepen. Ook zij zijn het slachtoffer van vooroordelen die met de realiteit van de waanzin niets te maken hebben. Van gekken wordt gezegd dat ze gevaarlijk zijn, agressief, uitdagend, onberekenbaar, achterbaks, ongeremd, gewelddadig en ongeneeslijk. Daarom moeten ze naar afgelegen plaatsen gebracht worden waar ze onder controle staan, voor niemand een gevaar vormen en geen irritatie bij het publiek oproepen. De inrichting heeft derhalve tot taak toezicht te houden over de zieke, niet om zich met hem en zijn problemen bezig te houden. Alleen al het etiket 'gek' is voldoende om niet op zijn vragen in te hoeven gaan. Het doel van de behandeling is, het vermeende of feitelijke storende potentieel van de ziekte te verminderen en hem zo ver te krijgen dat hij de inrichting accepteert. Het leven in de inrichting brengt de zieke in een toestand van apathie, desinteresse en passiviteit, die de overhand krijgt op de oorspronkelijke stoornis en zijn genezing volledig blokkeert. Het doel van de inrichting, toezicht en bewaring, komt al tot uitdrukking in de architectuur.
De volmaakte patiënt is de geheel en al getemde patiënt, die zich onderdanig aan de autoriteit van de verpleger en de arts aanpast, het deformatieproces van het leven in de inrichting accepteert en ieder protest als een uiting van zijn ziekte beschouwt. Door dit proces ziet de psychiater zijn oorspronkelijke veronderstelling bevestigd dat het bij de onbegrijpelijke psychotische storing om een biologische deviatie gaat die men niet kan genezen, alleen maar kan isoleren.
Dit is het failliet van de gangbare inrichtingspsychiatrie. Als men daaraan een einde wil maken moet men de zieke benaderen als een mens die men wil begrijpen, die men als partner respecteert, die iemand misschien meer te zeggen heeft dan professor Feuerstein, de opgewekte organoloog, kunstliefhebber en gezonde appeleter.

Kofler, aantekeningen.
In die tijd (winter '68) begon ik de inrichting zelf als instituut ziek te vinden. Ik had de indruk dat ze niet alleen de bewoners ziek maakte maar ook de verplegers en doktoren. Alle contacten waren onecht, vertroebeld en stroef. Ik was niet de partner van een patiënt, maar zijn superieur. Gecamoufleerd door vakkennis observeerde ik hem als een voyeur of spion, en mijn observaties werden tegen het geobserveerde object gebruikt. Ze rechtvaardigden het uitsluiten van onaangepaste, storende, weerspannige elementen uit de maatschappij en hun sociale vernietiging. De diagnose schizofrenie leek mij vaak niets anders te zijn dan een discriminerend waardeoordeel. Inderdaad lijkt de manier waarop de inrichting geleid wordt sterk op het regime van een gevangenis.

Kofler, aantekeningen.
De psychiater komt rechtstreeks in aanraking met een systeem van geweld en onderdrukking, en wanneer hij nadenkt stuit hij op het totale systeem waardoor geweld en onderdrukking worden voortgebracht. Hij ontdekt dat hij net als ieder ander mens voor een keuze staat. Of hij vergeet wat hij weet, trekt zich terug binnen de grenzen van zijn vak en organiseert geweld en onderdrukking op zijn specialistisch gebied, of hij neemt de strijd op tegen het instituut gekkenhuis en het totale systeem waarvan dit instituut het product is.

März, opstellen.
GEPREZEN ZIJ WAT HARD MAAKT werd er gezegd, hoewel ik niet wilde luisteren, maar telkens weer opnieuw, dus liet ik me tenslotte vermurwen, ik gaf toe aan de dwang om mijn arbeidskracht te verkopen voor zaken die geen enkele betekenis voor mij hadden en die mij als handelingen tegenstonden, in de hoop dat mijn offer rust zou brengen.  Moest echter tot mijn verontrusting vaststellen dat deze verkoop niet iets neutraals bleef zoals ik gehoopt had, maar hij maakte mij behalve tot arbeider meteen ook tot medeplichtige aan het systeem van misvorming, versplintering van de zintuigen en vermorzeling van het ik. Met alles wat ik deed werd ik een handlanger en propagandist van de machine die mij en mijn soortgenoten verteert.
Er zijn simpele middelen om de medeplichtigheid af te wijzen, misvormingen niet opmerken, vermorzelingen als natuurlijke gegevens beschouwen, vervreemding in het werk opvatten als de zin van het bestaan. Dat speelde ik niet klaar, dus groeide ik niet met de anderen mee.

Kofler, aantekeningen.
De psychiater vertegenwoordigt de maatschappij. Wanneer een afwijking niet gecorrigeerd kan worden moet hij zorgen dat de maatschappij er geen last van heeft.  Dat is in min of meer versluierde vorm zijn maatschappelijke taak. Aan de andere kant was de persoonlijke motivering om psychiater te worden zijn belangstelling voor afwijkingen en zijn verwantschap ermee, de wens om het labyrint binnen te gaan. Als hij de opdracht van de maatschappij wil vervullen blijft er maar één mogelijkheid over, tegenover de patiënt zijn oorspronkelijke belangstelling gebruiken om hem te misleiden; als hij zijn oorspronkelijke drijfveer wil volgen moet hij een bondgenootschap met de patiënt sluiten en zijn opdrachtgever misleiden.

Kofler, aantekeningen.
Wanneer de psychiater geen contact met een patiënt krijgt, hoeft dat nog geen bewijs te zijn dat er iets niet met de patiënt in orde is, het zou even goed kunnen betekenen dat er met de psychiater iets niet klopt of met de psychiatrie. Er is best in te komen dat de patiënt niets te maken wil hebben met iemand die zich niet interesseert voor zijn ervaringen, geen enkele moeite doet om hem te begrijpen en met zijn vragen alleen wil testen in hoeverre de patiënt aan de ziektebeelden beantwoordt. Maar misschien is hij alleen maar in tegenspraak met de toestanden van onze zieke, gewelddadige samenleving en is hij met vragen bezig die de psychiater niet eens kán stellen.

März, onderzoek.
'Het ruisen van het water, dokter, dat was vroeger nog ruisen, nu is het een mechanisch gedruis. Vroeger stonden de bomen toch ook niet als soldaten in het gelid, een, twee, een, twee, allemaal gelijk, een, twee. Als ik de mensen zie eten, dat mechanische naar binnen gooien van porties eten.' 'Sinds wanneer is dat zo?'
'Als ik een krant lees zijn het alleen maar letters, letters zijn samen toch een woord en woorden zijn zinnen, artikelen, hoe komt het dat het nu alleen maar letters zijn?'
'U ziet de betekenis niet?'
'Er is geen betekenis, het zijn letters, ik lees en zie opeens een drukfout, wat betekent dat?  Wil men mij ook met de krant gek maken?'
'Wie zou daar belang bij hebben, meneer März?'
'Het syndicaat.'
'Wie is dat?'
'Gezin, staat, psychiatrie.'

Kofler, aantekeningen.
De psychisch zieken schijnen verkeerd geadresseerden te zijn, die ergens in hun jeugd uit het normale bereidingsproces van de ascetische maar producerende slaaf, die ons opvoedingsideaal is, geslingerd zijn. In een bepaald stadium waren zij niet tegen de druk van de opvoedingsapparaten opgewassen en liepen niet te herstellen schade op, ze werden een bijzonder geval, een uitzondering op de regel. In onze cultuur is het de taak van de psychiatrie om de verkeerd geadresseerden aan de productie terug te bezorgen zonder het doel van de productie te onderzoeken. De psychiater maakt van iemand die niet normaal is een geval, van de afwijking beschadigingen in verschillende gradaties. Lak- en lichte blikschade worden provisorisch gerepareerd en weer in de productiestroom opgenomen. Vitale beschadigingen worden uitgesorteerd, rehabilitatie en curatele.

De betere psychiaters gaan er van uit dat hun therapeutische werk hierin bestaat, de verkeerde, subjectieve visies van de patiënten te veranderen in de juiste, objectieve visies van de therapeut. Dat zijn echter de visies van onze zieke maatschappij. Ik kan de schizofreen alleen nader komen als ik mij op z'n minst afvraag of hij mij niet meer over de innerlijke wereld kan leren dan ik hem. Dan ben ik op weg naar hem.

De schizofrenie is niet alleen een mankement. Ik bespeur in het psychotische gedrag van veel zieken ongekende waarden, een ander mensbeeld. Voor iedere echte ontdekking is eerst een afwijkende blik vereist.

Met een patiënt praten kost de arts geld (ziekenbriefjes), dus zal hij een techniek ontwikkelen om gesprekken met de patiënt zo kort mogelijk te houden.

Tussen ernstig verdriet en psychische ziekte schijnt onmiskenbaar een relatie te bestaan, maar we weten nauwelijks hoe en om welke reden de ziekte zich in dit of dat ziektesymptoom manifesteert. In het afzonderlijke geval kan het misschien nog wel beschreven worden, maar er zijn daaruit geen wetmatigheden af te leiden die voldoende gefundeerd kunnen worden.

Kofler, dagboek.
De eerste voorwaarde om de patiënt te begrijpen is zich met hem te verbroederen.

Kofler, aantekeningen.
Constellatie in de familie März: Moeder tegenover vader. Vader tegenover moeder. Moeder/zoon tegenover vader.  Vader/dochter tegenover zoon. Moeder/zoon tegenover dochter. Vader/dochter tegenover moeder. Zoon tegenover dochter. Dochter tegenover zoon. Moeder/vader/dochter tegenover zoon. Dagelijks verbitterde loopgravengevechten en März zonder wapenuitrusting.

Toen men mij had duidelijk gemaakt dat ik de zondebok was die de ondergang van het gezin had veroorzaakt, kon ik niets anders meer doen dan gek worden om een wederopbouw mogelijk te maken: papa, mama, Is-het-geen-schatje (zo werd het zusje van März altijd genoemd) en de televisie.

Familieportret.
Op een dag merkte ik dat ik ook niet van mijn moeder hield en zij niet van mij. Ik schrok daar zo van dat ik haar geen ogenblik meer uit het oog wilde verliezen. Ik klemde mij zo aan haar vast dat ze moest zeggen: 'Laat dat, je doet me pijn!' Of 'je kreukelt mijn bloes!', maar ik kon haar niet loslaten, want ik had niemand anders. 'Ben je soms gek geworden?' vroeg de moeder toen en stootte de onbeminde minnaar van zich af. Toen liet ik mij ook niet meer door haar uitkleden.

Opvattingen Kofler
De wil om de schizofrene psychose te begrijpen en de waarden die zij in zich bergt mogen ons er niet toe verleiden de psychotische zieke met een aureool te omgeven. De afstand is moeilijk te overbruggen, en het geduld van ieder die psychotici behandelt wordt geweldig op de proef gesteld door handelingen die hij niet begrijpt en gedachten waartoe hij geen toegang heeft. Hij heeft te maken met iemand die de normale spelregels niet in acht neemt, waarschijnlijk niet in acht kan of wil nemen, iemand die een verschrikkelijke catastrofe heeft doorgemaakt waarvan anderen geen weet hebben en die daardoor volkomen gesloten is geworden, koel, wantrouwend, versteend. Er zijn delen van de realiteit verloren gegaan, hij kan het bewustzijn dat hij ervan heeft niet vertrouwen, het sociale systeem is vernietigd. Zijn eigen andersoortige ervaringen kan de zieke slechts in een gecodeerde en verminkte vorm weergeven, ze zijn even moeilijk toegankelijk als een droom of een ijlende koorts. Het onlogische is in onze ogen gebazel of infantiel of dwaas, ontoegankelijk of idioot en eigenlijk weerzinwekkend. Men moet door weerzinwekkende dingen heen wil men tot hem doordringen, en waarom zou iemand dat doen als hij niet in zijn vragen geïnteresseerd is?

De schizofrene psychose doet zich voor als een catastrofale overgang, zoals water plotseling verandert in ijs, verhitting in vuur, genegenheid in liefde, afkeer in haat. Er ontstaat iets kwalitatief nieuws dat meer is dan eenvoudig de som van alle factoren die tot het ontstaan ervan hebben bijgedragen.

Het psychiatrisch onderzoek onderneemt sinds bijna honderd jaar uitgebreide en kostbare reizen met onbekende bestemming, bedoeld om veranderingen, stoffen of processen in het lichaam op het spoor te komen die het een stap dichterbij brengt naar een organisch-fysiologische verklaring van de veranderde functies die met schizofrenie worden aangeduid. Elk van deze tochten levert vondsten op die bij nadere beschouwing waardeloos blijken te zijn, maar die niemand ervan weerhouden om onmiddellijk weer een nieuwe expeditie op touw te zetten naar hetzelfde gebied, uitgerust met verbeterde meettechnieken en rekenmachines, maar eveneens met altijd dezelfde zienswijze. Tijdens zijn opleiding hoort de psychiater momenteel hoegenaamd niets over een psychiatrie als wetenschap van gestoorde menselijke relaties.

Met de neuroleptica, die de patiënt psychomotorisch dempen en emotioneel onverschillig maken, zijn volgens vele psychiaters hun wensen bijna vervuld. Onder invloed van deze middelen nemen activiteit en spanning in intensiteit af, wordt de gevoeligheid voor pijn afgezwakt en worden aandrift, affectleven en initiatief gedempt. Ze blokkeren de psychotische productiviteit en laten haar vaak geheel verdwijnen. De psychiaters dekken de storing toe door een fartnacologisch veroorzaakte apathie totdat de storing vanzelf tot stilstand is gekomen en schrijven nieuwe middelen voor zodra zich een nieuwe storing manifesteert. Zij schijnen vergeten te zijn hoe enthousiast twintig jaar lang psychiaters waren over de shocktherapie, die net zo effectief was voor hetzelfde doel en nog altijd dienst moet doen wanneer de farmacologische middelen falen. Ze vergeten hoe enthousiast ze waren over de leukotomie (het doorsnijden van de verbinding tussen de voorhoofdshersenen en de dieper gelegen hersenkernen), en ze zijn eigenlijk altijd erg tevreden geweest als zij de schizofrenie als technici konden benaderen. Het is misschien moeilijk te zien dat het bij de farmacologische middelen om niets anders gaat dan een chemische leukotomie die in zoverre een grote stap vooruit is, dat ze ongedaan gemaakt kan worden.
Het nut van de psychotrope medicijnen bestaat hierin, dat ze kunnen helpen om de inrichting te vermijden en het voor de arts gemakkelijker maken om te beginnen met conflicttherapieen.

De psychotisch zieke is voor de mensen in zijn omgeving een Projectiescherm voor hun eigen angsten. Uit een soort angst voor besmetting gaan ze bevangen met hem om, elk ogenblik bereid om in paniek te raken. Dat plaatst de zieke in een isolement en maakt hem bang, het roept agressies op. Pas als de zieke verwijderd is en in de inrichting zit, herkrijgen de anderen de zekerheid dat ze normaal zijn en niet anders dan alle anderen. De angst voor de zieke is zo groot dat ouders, broers en zusters aan de arts vragen hoe zij zich tegenover hun zoon of broer moeten gedragen.

Van zijn omgeving gescheiden en aan die ene deskundige overgeleverd wordt de patiënt een particulier onderzoeksgebied van de psychiater, zijn persoonlijk onderzoeksobject. De zieke blijft van hem afhankelijk, van de geheimzinnige man die de enige is die iets weet. Zijn wetenschappelijke etiket bepaalt de reactie van zijn omgeving, de plaats waar en de manier waarop hij moet leven.

De analyticus verkoopt zichzelf, zijn specialistische kennis en de techniek van zijn geduld, aan de welgestelde patiënt.  De neurose lijkt diens privilege te zijn. Persoonlijke belangstelling kan bij deskundigen per uur worden gehuurd.  Deze selectie van patiënten heeft gevolgen voor de psychoanalyse. Met arbeidsproblemen houdt zij zich bijvoorbeeld nauwelijks bezig omdat haar patiënten daar niets mee te maken hebben. Mochten er sociale tegenspraken opduiken dan verdwijnen ze in de analyse van het Oedipus-complex. Omdat de psychoanalyse deel is blijven uitmaken van de burgerlijke ideologie is zij niet in staat om de oorzaken van de psychische verpaupering onder ogen te zien.

In feite is in de inrichting werkelijke psychotherapie niet mogelijk. Voordat ze enige uitwerking kan hebben moet ze meehelpen om de structuur van de inrichting revolutionair te veranderen. op een plaats waar men vernederd wordt en gedwongen in ballingschap zit kan een psychotherapeutische vertrouwensrelatie niet tot stand worden gebracht. Daarom wordt de psychotherapeut in de inrichting noch door artsen noch door patienten serieus genomen. Zoals het met onze psychiatrische instituten gesteld is, is het niet minder dan een belediging voor de zieke wanneer de psychotherapie in de praktijk van de inrichting als aanvullende behandeling wordt gebruikt. Ze dient er om de slechte naam van de instelling wat op te vijzelen en kán geen enkel resultaat opleveren daar psychotherapie in een gevangenis niet kan worden gepraktiseerd.

Oorzaken moeten ongetwijfeld worden gezocht in de sfeer van de intermenselijke relaties, maar de schizofreen is niet de extreem vervreemde mens, eerder diens paradoxale tegenbeeld. Omdat hij niet in staat is zichzelf geheel weg te cijferen en volledig afstand te doen van zijn productieve vermogens, produceert hij gecodeerde brokstukken. (waaninhouden)

'Voor een mendelistische successie van een hypothetische aanleg voor schizofrenie bestaat geen enkele aanwijzing, en heeft ook nimmer een aanwijzing bestaan behalve de speculatieve overtuiging dat iets dergelijks moet bestaan.' (Manfred BleuIer)

Het aannemen van werk in een fabriek, een mijn of een kantoor is natuurlijk gebaseerd op geweld. Wie zou immers dag in dag uit vissen staan schoonmaken in smerige tochtige ruimtes en bovendien de visstank verdragen zoals de vrouwen die in een conservenfabriek werken, als niet het leven op het spel stond? Wie zou, tenzij onder de grootst mogelijke dwang, zijn gewrichten kapot laten maken door heimachines of drilboren, wie zou zijn gehoor laten bederven in autofabrieken, wie zijn longen in mijnen of zijn huid in chemische fabrieken? Wie zou er, zonder daartoe gedwongen te zijn, idiote zakenbrieven typen en de grillen van domkoppen verdragen? Het werk van de huisvrouw wordt gedaan onder dwang, de opvoeding van de kinderen en zelfs de liefde vinden voornamelijk plaats onder dwang, van geweld en afhankelijkheid. In haast iedere relatie kan men goed beschouwd een element van intimidatie waarnemen zodat men kan spreken van het maatschappelijk karakter van het geweld. Geweld wordt gebruikt door degene die de arbeidsvoorwaarden personifieert, de superieur, de chef, de opzichter enz. Er is een laag van mystificateurs en specialisten wier taak het is om de dwang te versluieren en degene die bedwongen wordt het gevoel te geven dat hij de dwang uit vrije wil gekozen heeft; zij moet duidelijk maken dat dwang een soort natuurwet is en een onvermijdelijke consequentie.
Misschien krijgt men een beter begrip van de psychose wanneer men deze collaps van het sociale systeem opvat als een wild, irrationeel protest van iemand die het geweld niet meer kan verdragen.

De psychiater weet niet dat hij de vragen die de schizofreen stelt uit de weg gaat wanneer hij hem met een injectie haloperidol tot capitulatie dwingt.  Schizofrenie is voor hem een tekort-aan-haloperidol-syndroom.

Door wie de paranoïde zieken zich ook achtervolgd voelden, na niet al te lange tijd in een psychiatrische kliniek voelen zij zich achtervolgd door de psychiatrie.

De psychose heeft iets fascinerends.

De psychose is ook een poging tot genezing.

Het gevoel van leegte, van het mechanische, reukeloze. Zuiverheid, een kwestie van desinfectie, groei, een kwestie van mest.  Het gemanipuleerde ego als instrument van het succes. Het hoogste ideaal van de antiseptie: de glimmende wereld van machines en apparaten.

'Volgens ons zou veel van hetgeen machines doen door mensen kunnen worden gedaan,' zei de astronaut Buzz Aldrin op de vraag waarom Amerika de voorkeur gaf aan bemande maanreien.

De geestelijk gestoorde maatschappij.

De therapie van psychosen is een grote operatie die iemand niet alleen kan verrichten.

März daarentegen:
'De waanzin is de juiste verbinding tussen (gevreesde) ideeën. Langs het netvlies de vrije natuur in.'

Een maatschappij die op massale schaal psychische ellende produceert, moet bestreden worden.

Kofler, aantekeningen.
Wie het chronische karakter van de psychose onderzoekt stuit op het 'zieke ziekenhuis', het zieke instituut psychiatrie.

März, opstellen.
Het voorbeeld der martelaren.
Een voorbeeldige martelaar uit vroegere tijd was de H. Marcarius. Hij sliep zes maanden in een moeras en stelde zijn lichaam bloot aan de steken van giftige vliegen (malaria). Bovendien droeg hij 150 pond aan ijzeren gewichten met zich mee.
De H. Sabenius at uitsluitend bedorven graan en waste nooit zijn kleren en nooit zichzelf. Tot zijn huid net puimsteen was en er mos op groeide.
Veertig dagen en nachten bracht de H. Bersarin door in een doornhaag en sliep daarna veertig jaar staande.
Een reeks van heiligen versmaadde iedere kleding, maakte zichzelf nooit schoon, bracht hun leven door op bergweiden en at alleen maar gras.
'De zuiverheid van het lichaam verontreinigt de ziel,' was hun aller lijfspreuk. Ze leefden zo lang geleden dat ze niet bevreesd hoefden te zijn voor een psychiatrische diagnose. Daarentegen komen'de martelaren van tegenwoordig onvermijdelijk in Lohberg terecht.
Bijvoorbeeld in onze therapeutische gemeenschap de taalwetenschapper Philip H., de verkoopleider Rudi S., Karl Fuchs, August E., Alexander März en vele anderen. Ook Jezus werd gedomineerd door een machtige vader (God) en stond zichzelf niet toe een seksueel leven te hebben.  De psychiatrie ir, een leerschool voor martelaren. De gevangenissen maken de misdadigers, de fabrieken de verdelgingsmiddelen, de gekkenhuizen de gekken.

Wis en zeker, men werkt niet voor zichzelf noch voor zijn kinderen, maar voor de onsterfelijkheid van het systeem. Onze godshuizen dat zijn de fabrieken en kantoren.

Ik hoor niet bij jullie, ik heb nooit bij jullie gehoord en ik wil nooit bij jullie horen want ik heb jullie leren kennen.  Afgerichte objecten en bier-uit-blikdrinkers.

März, Alexander hield op met praten omdat het voor hem niet meer hoefde.

Wat is normaal?
Een normaal mens doet zijn hele leven lang niet wat hij wil. Zozeer geniet hij van de plicht.  Hoe beter het hem lukt niet zichzelf te zijn, des te meer krijgt hij. Op z'n vijfenzestigste wordt een normaal mens gepensioneerd (op verzoek met drieënzestig). Nu heeft hij tijd voor zichzelf, maar helaas is hij zichzelf vergeten.

März, onderzoek.
'Wie is gezond, meneer März?'
'Een gezonde is iemand die erin slaagt niet in Lohberg te komen.'
'U bent dus niet gezond?'
'Ik kwam in de inrichting omdat ik op het punt stond gezond te worden.'
'Is een arts in Lohberg gezond?' vroeg Kofler.
'Nee.'
'Wat mankeert mij?'
'U bent het slachtoffer van de geneeskunst, dokter, en u wilt het vaak niet aannemen.'

Rijpingsperiode.
Met liefde en erg veel geduld bereikt het goede gezin de aanpassing van de baby aan de denkbeelden van vader en moeder. (Opvoeding) Mama en papa weten hoe een baby hoort te zijn, ze doorlopen hun gezinscarrière dank zij de baby. De baby is de uitdrukking van vader en moeder. Het kind is hun mooiste bezit dat zij liefdevol verzorgen. Wat er aan beschadigd is laten ze repareren (operatie) of overlakken zodat men de plekken niet ziet.  De bewaarschool (waar ik maar kort geweest ben dus een ongeldige proef) heeft vervolgens de taak om de kleine kinderen die immers allemaal verschillend zijn afgericht op elkaar af te stemmen, wat allerlei verzet oproept want kleuterleidsters hebben niet zo'n overmacht. Tenslotte is er de school die alle kinderen ervan overtuigt te denken zoals de school wil dat alle kinderen willen denken. De school is vader en moeder meer dan levensgroot. (Zak en roede) Ze zijn zo groot en bijzonder buigzaam dat ieder uit angst van hen houdt. De aanpassing wordt nu plezierig. Al doende is men rijp voor het leven, eerst als scholier, maar spoedig vast ook als mama en papa.

Een kind is immers zo gemakkelijk gek te krijgen. Nauwelijks heeft het met veel moeite zichzelf ontdekt of het zelf wordt hem reeds afhandig gemaakt.  Wat wij hersenspoeling noemen is de gangbare opvoeding.

Omgekeerde wereld. Door de fabriek verloor März gezichtsvermogen, gehoor, reuk, lucht, tijd en fantasie.  In de eerste plaats echter ontnam zij März März, althans de resten van diens hondenmaaltijd van zijn jeugd. Niet März gebruikte het gereedschap, maar het gereedschap gebruikte März. Niet März gaf de machines werk, maar de machines März. Niet März maakte een wandeling tussen de machines door, maar de machines stuurden hem de baan op om hen te bevredigen aan knoppen en handels.  Wanneer März niet in het spoor liep kwamen alle eindproducten dreigend bij zijn plaats staan en meldden hem als mislukt exemplaar. Dat was de omgekeerde wereld. Omdat de machine hem b.v. ook 's nachts wilde gebruiken, moest hij in de nachtploeg.

Het doel waarnaar de technische wetenschap streeft is de robot, de kunstmatige machinemens. Nog steeds wordt er koortsachtig aan hem gewerkt. Ondertussen is de menselijke machinemens al ontstaan die qua productie goedkoper uitkomt en bovendien, als hij bier krijgt, nog zingt.

Kofler.
Gebeurtenissen verheimelijken, verdoezelen, versluieren. het mystificeren en gemystificeerd worden, dat in het leven van de patiënten zo'n grote rol speelt, is de gebruikelijke praktijk van de meeste instellingen die met bewustzijnsvorming te maken hebben. Om ons economische systeem goed te laten functioneren mag niemand in de gaten krijgen wat b.v. de feitelijke functies van de staat zijn. Arbeiders en employés moeten bewezen zien dat zij nooit zelf een fabriek zouden kunnen leiden of draaiend houden, hoewel ze dat klaarblijkelijk wel doen.

Is gek dan hetzelfde als ziek? Waanzin hoeft geen instorting te zijn, waanzin kan een doorbraak zijn naar jezelf, doorbraak van de muren en mislukken van de doorbraak. Liever gek dan een radertje. Een vrolijk ding is een ding.

Naar boven